Home

Veteranenwet

Geldig vanaf 1 januari 2020
Geldig vanaf 1 januari 2020

Veteranenwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2020]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen dat veteranen het Koninkrijk der Nederlanden als militair hebben gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel door deelname aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde;

dat de erkenning door de Nederlandse samenleving van de verdiensten van veteranen en van de mogelijke gevolgen van de inzet als militair voor hun gezondheid, als ook de waardering die aan veteranen op grond van hun verdiensten toekomt, moeten worden bevorderd;

dat de bijzondere zorg die veteranen en hun relaties in verband met de inzet als militair nodig hebben, moet worden gewaarborgd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

  2. militair: de militair ambtenaar in werkelijke dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wet ambtenaren defensie, waaronder mede begrepen de met militair beroepspersoneel gelijkgestelde geestelijke verzorgers;

  3. veteraan: de militair, de gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen;

  4. inzet: het dienen als militair onder oorlogsomstandigheden dan wel het deelnemen als militair aan een missie als bedoeld onder c;

  5. relatie: de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad van de veteraan;

  6. materiële zorg: de aanspraken van de veteraan op grond van een wettelijk voorschrift op bezoldiging dan wel op uitkeringen en voorzieningen in verband met werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of overlijden als gevolg van de uitoefening van de militaire dienst onder de omstandigheden of bij een missie als bedoeld onder c;

  7. persoonsgegevens, verwerking, verwerkingsverantwoordelijke: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4, onderdelen 1, 2 en 7, van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 2. Erkenning en waardering voor veteranen

1.

Onze Minister voert een beleid dat is gericht op het bevorderen van erkenning van de verdiensten van veteranen, van erkenning van de mogelijke gevolgen van de inzet voor hun gezondheid en van waardering die veteranen op grond van hun verdiensten toekomt.

2.

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld in ieder geval betreffende:

  1. het faciliteren van publieke en private initiatieven op het gebied van erkenning van en waardering voor veteranen, waaronder de Nederlandse veteranendag;

  2. de wijze waarop veteranen in staat worden gesteld om zich als zodanig te onderscheiden door middel van onder meer de veteranenpas en het draaginsigne veteranen;

  3. het faciliteren van de deelname van veteranen en hun relaties aan bijeenkomsten en reünies.

Artikel 3. Zorgplicht voor en tijdens inzet

1.

Onze Minister heeft een zorgplicht voor militairen die worden ingezet. Deze zorgplicht houdt in dat militairen en hun relaties goed worden voorbereid op de inzet en goed worden begeleid tijdens de inzet.

2.

Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld betreffende:

  1. het bepalen van de uitzendgeschiktheid van militairen;

  2. het voorbereiden van militairen op de daadwerkelijke inzet;

  3. het voorzien in sociaal medische begeleiding van militairen tijdens de inzet;

  4. het begeleiden van de relaties van militairen tijdens de inzet;

  5. het informeren van militairen en hun relaties over gezondheidsrisico’s van de inzet;

  6. het informeren van militairen en hun relaties over de zorg die voor hen beschikbaar is.

Artikel 4. Zorgplicht na inzet

Artikel 5. Bijzondere zorgplicht voor veteranen

Artikel 6. Afbakening zorg

Artikel 7. Inkomensvoorziening in verband met zorg

Artikel 8. Samenwerking veteranenzorg (veteranenloket en zorgcoördinatie)

Artikel 9. Veteranenregistratiesysteem

Artikel 10. Wetenschappelijk onderzoek

Artikel 11. Wijziging Wet Nationale Ombudsman

Artikel 12. Wijziging van de Militaire ambtenarenwet 1931

Artikel 13. Voorhang

Artikel 14. Verantwoording

Artikel 15. Citeertitel

Artikel 16. Inwerkingtreding