hoogte boven het aardoppervlak;
Besluit luchtverkeer 2014
Besluit luchtverkeer 2014
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 6 oktober 2014, nr. IenM/BSK-2014/201301, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;
Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L281);
Gelet op de artikelen 1.2, tweede en derde lid, 1.5, 5.5, eerste en tweede lid, 5.11, eerste lid, en 5.12, tweede lid, van de Wet luchtvaart;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 november 2014, nr. W14.14.0359/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 4 december 2014, nr. IenM/BSK-2014/266421, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemeen luchtverkeersleidingsgebied: gecontroleerd luchtruim dat zich verticaal uitstrekt vanaf een gespecificeerde grens boven het aardoppervlak;
daglichtperiode: het gedeelte van het etmaal tussen vijftien minuten voor zonsopgang en vijftien minuten na zonsondergang zoals geldt voor de positie 52°00’ N en 05°00’ O op zeeniveau;
gecontroleerde luchthaven: luchthaven waarop luchtverkeersleidingsdiensten worden verleend aan het luchthavenverkeer, ongeacht of er al dan niet een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied bestaat;
gecontroleerde vlucht: vlucht waarvoor een luchtverkeersleidingsklaring is vereist;
luchthavenverkeer: alle verkeer op het landingsterrein van een luchthaven en alle luchtvaartuigen die in de nabijheid van een luchthaven vliegen, waaronder, zij het niet uitsluitend, luchtvaartuigen worden bedoeld die een luchtverkeerscircuit binnenvliegen of verlaten;
luchtverkeersroute: een bepaalde route, vastgesteld om de verkeersstroom te kanaliseren, waar dat nodig is voor het verlenen van luchtverkeersdiensten;
meldingspunt: specifieke geografische locatie met betrekking tot welke de positie van een luchtvaartuig kan worden gemeld;
OAT: luchtverkeer dat niet vliegt volgens de regels en procedures die door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie zijn opgesteld (Operational Air Traffic);
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat wat het burgerluchtverkeer en de algemene verkeersveiligheid in de lucht betreft en Onze Minister van Defensie wat het militaire luchtverkeer betreft;
plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied: gecontroleerd luchtruim dat zich vanaf het aardoppervlak verticaal uitstrekt tot aan een vastgestelde bovengrens (Control Zone – CTR);
schermzweeftoestel: ongemotoriseerd schermvliegtuig, zijnde een zweeftoestel zonder starre hoofdstructuur dat kan worden gedragen en slechts kan worden gestart en geland door gebruik te maken van de benen van de bestuurder;
transponder: radarbeantwoordingssysteem met informatie over de identiteit en eventueel de hoogte van het luchtvaartuig;
valschermsprong: sprong met scherm dat dient om de daalsnelheid van een persoon zodanig te beperken dat deze veilig het aardoppervlak kan bereiken;
Verdrag van Chicago: op 7 december 1944 te Chicago gesloten Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);
verordening (EU) nr. 923/2012: uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L 281);
vlieghoogte: hoogte van een zich in de lucht bevindend luchtvaartuig uitgedrukt in:
- 1°.
- 2°.
hoogte boven gemiddeld zeeniveau; of
- 3°.
vliegniveau;
- 1°.
zeilvliegtuig: zweeftoestel met een starre hoofdstructuur, dat kan worden gedragen en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de bestuurder;
zichtweersomstandigheden: meteorologische omstandigheden uitgedrukt in termen van zicht, afstand tot de wolken en wolkenbasis, die gelijk zijn aan of beter zijn dan de voorgeschreven minima
zweefvliegtuig: zweeftoestel met vaste vleugel, zijnde een luchtvaartuig zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht kan worden gehouden door aërodynamische reactiekrachten waarvan de vrije vlucht niet afhankelijk is van een motor.
Artikel 2. OAT
Verordening (EU) nr. 923/2012 is van overeenkomstige toepassing op militair luchtverkeer dat wordt aangemerkt als OAT.
Onze Minister van Defensie kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de bepalingen van verordening (EU) nr. 923/2012 voor zover het militair luchtverkeer betreft dat wordt aangemerkt als OAT. Aan de vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. De vrijstelling of ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.