Voor de toepassing van dit Verdrag:
wordt verstaan onder „grondgebied", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: het grondgebied van het Koninkrijk in Europa; met betrekking tot de Republiek Litouwen: het grondgebied van de Republiek Litouwen;
wordt verstaan onder „bevoegde autoriteit", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot de Republiek Litouwen: de Minister van Sociale Zekerheid en Arbeid;
wordt verstaan onder „bevoegd orgaan":
wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, met betrekking tot de in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c bedoelde takken van sociale zekerheid: het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen; met betrekking tot de in artikel 2, eerste lid, onder d, e en f bedoelde takken van sociale zekerheid: de Sociale Verzekeringsbank;
wat de Republiek Litouwen betreft: de Directie Internationale Uitkeringen van de Raad van het staatsfonds sociale verzekeringen;
of een lichaam dat bevoegd is tot uitvoering van taken die thans worden uitgevoerd door voornoemde autoriteiten;
wordt verstaan onder „instantie": een lichaam dat betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag, en omvat onder andere de bevolkingsregisters, de geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters, belastingautoriteiten, arbeidsbureaus, scholen en andere opleidingsinstituten, handelsautoriteiten, politie, gevangeniswezen en immigratiebureaus;
wordt verstaan onder „wetgeving": de wetgeving die betrekking heeft op de in artikel 2 bedoelde takken van sociale zekerheid;
wordt verstaan onder „uitkering": een uitkering of pensioen ingevolge de wetgeving;
wordt verstaan onder „rechthebbende": een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op een uitkering;
wordt verstaan onder „gezinslid": een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt in de wetgeving;
wordt verstaan onder „woonplaats": gewone woonplaats;
wordt verstaan onder „verblijfplaats": tijdelijke verblijfplaats.