Home

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 06-02-2014, ECLI:NL:CBB:2014:42, AWB 11/1161

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 06-02-2014, ECLI:NL:CBB:2014:42, AWB 11/1161

Gegevens

Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum uitspraak
6 februari 2014
Datum publicatie
12 februari 2014
ECLI
ECLI:NL:CBB:2014:42
Formele relaties
Zaaknummer
AWB 11/1161
Relevante informatie
Wet op het financieel toezicht [Tekst geldig vanaf 01-04-2024 tot 01-07-2024]

Inhoudsindicatie

Adviseren over (wijzigen van) pensioenuitvoeringsovereenkomsten; onvoldoende informatie ingewonnen als bedoeld in artikel 4:23 Wft; terecht boete van €30.000 opgelegd

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven

11/1161 6 februari 2014

22311

Uitspraak op het hoger beroep van:

[bedrijfsnaam 1] , te [vestigingsplaats], appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 17 november 2011, AWB 11/1894, in het geding tussen

appellante

en

de Stichting Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM).

Gemachtigde van appellante: mr. C.W.M. Lieverse, advocaat te Rotterdam.

Gemachtigden van AFM: mr. E.J. Daalder en mr. M.L. Batting, advocaten te ’s-Gravenhage.

1 Het procesverloop in hoger beroep

Appellante heeft bij brief van 22 december 2011 (aangevuld bij brief van 25 januari 2012) hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (hierna: rechtbank) van 17 november 2011 (ECLI:NL:RBROT:2011:BU5317), voor zover daarbij het beroep van appellante ongegrond is verklaard.

Ook AFM heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Op dit hoger beroep, geregistreerd onder zaaknummer 11/1163, wordt heden afzonderlijk uitspraak gedaan.

AFM heeft bij brief van 1 maart 2012 gereageerd op het (aanvullend) hoger beroepschrift.

Op 24 september 2013 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad. Partijen zijn verschenen bij hun gemachtigden. Namens appellante zijn tevens verschenen [naam 1] en [naam 2], beiden werkzaam bij appellante. Namens AFM zijn tevens verschenen R.E.P. van Leeuwen, M.S. Snijder en S.J.G. Janssen, allen werkzaam bij AFM.

Ter zitting heeft appellante het College verzocht te bepalen dat het onderzoek zal plaatshebben met gesloten deuren. Het College heeft dit verzoek afgewezen.

2 De grondslag van het geschil

2.1

Voor een uitgebreide weergave van het verloop van de procedure, het wettelijk kader en de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden, voor zover niet bestreden, wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. Het College volstaat met het volgende.

2.2

Bij besluit van 27 oktober 2010 heeft AFM appellante een boete opgelegd van € 30.000,- omdat appellante in drie dossiers waarin zij aan werkgevers pensioenadviezen heeft verstrekt, geen dan wel onvoldoende informatie heeft ingewonnen, waardoor zij haar advies niet mede heeft kunnen baseren op alle benodigde informatie. Daarmee heeft zij artikel 4:23, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) overtreden. Voorts heeft AFM besloten tot openbaarmaking van het boetebesluit op grond van artikel 1:97 Wft.

De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft bij uitspraak van 23 december 2010 (AWB 10/4384) het besluit tot openbaarmaking op grond van artikel 1:97 Wft geschorst.

Bij beslissing op bezwaar van 25 maart 2011, waartegen het beroep bij de rechtbank was gericht, heeft AFM de bezwaren van appellante ongegrond verklaard.

3 De uitspraak van de rechtbank

De rechtbank heeft – voor zover in hoger beroep van belang – het beroep van appellante gegrond verklaard voor zover het ziet op de toepassing van artikel 1:97 Wft, en het besluit van 27 oktober 2010 in zoverre herroepen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard voor wat betreft het besluit tot het opleggen van de boete. Verwezen wordt naar de overwegingen van de rechtbank in de aangevallen uitspraak.

4 De standpunten van partijen in hoger beroep

5 De beoordeling van het geschil in hoger beroep

6 De beslissing