Centrale Raad van Beroep, 27-11-2003, AN9836, 02/1770 AW
Centrale Raad van Beroep, 27-11-2003, AN9836, 02/1770 AW
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 27 november 2003
- Datum publicatie
- 15 december 2003
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2003:AN9836
- Zaaknummer
- 02/1770 AW
Inhoudsindicatie
Correctie op een eerder besluit waarin een onjuiste salarisinpassing was medegedeeld. Strijd met het rechtszekerheidsbeginsel of vertrouwensbeginsel?
Uitspraak
02/1770 AW
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
en
het Dagelijks Bestuur van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Namens appellant is op de daartoe bij beroepschrift aangevoerde gronden hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 5 februari 2002, nr. AWB 01/1148 AW I GIF, waarnaar hierbij wordt verwezen.
Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.
Desgevraagd heeft gedaagde een nader stuk ingezonden.
Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 oktober 2003. Partijen zijn niet verschenen.
II. MOTIVERING
1. Voor een uitgebreidere weergave van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.
1.1. Appellant, werkzaam bij het Ministerie van Defensie, is met ingang van 15 maart 1999 op detacheringsbasis tewerk- gesteld als centralist bij de Regionale Brandweer Zuid-Limburg (verder: de RB). Daarbij is onder andere afgesproken dat appellant met ingang van 1 maart 2000 bij een volledige en goede functievervulling in vaste dienst bij de RB wordt aangesteld, waarbij hij zal worden ingeschaald in (aanloop)schaal 5, salarisnummer 8.
1.2. Uiteindelijk is de detacheringsperiode verlengd tot 1 oktober 2000. Inmiddels was na functiewaardering de functie van centralist die voorheen was ingedeeld in schaal 6 van het BBRA, ingedeeld in schaal 7. In de loop van de detacherings- periode hebben er met appellant gesprekken plaatsgevonden met name over zijn rechtspositie, indien hij met ingang van
1 oktober 2000 in vaste dienst wordt aangesteld bij de RB.
1.3. Nadat was vastgesteld dat appellant zijn functie als centralist volledig en goed vervulde is appellant bij besluit van
25 september 2000 met ingang van 1 oktober 2000 in vaste dienst bij de RB in die functie aangesteld, waarbij salarisinpassing heeft plaats-gevonden in salarisschaal 7, salarisnummer 8.
1.4. Bij besluit van 4 oktober 2000 heeft gedaagde appellant meegedeeld dat de in het besluit van 25 september 2000 genoemde salarisinpassing (en de daarop gebaseerde toelagen voor het verrichten van onregelmatige diensten en piketdiensten) niet juist is en is appellant per 1 oktober 2000 ingepast in schaal 7, salarisnummer 5.
1.5. Bij brief van 3 november 2000 heeft gedaagde appellant (nogmaals) zijn excuses aangeboden voor de gemaakte fout en hem een financiële tegemoetkoming toegekend door hem over de periode oktober 2000 tot en met december 2000 het verschil in bezoldiging inclusief toelagen en vergoedingen tussen salarisschaal 7, salarisnummer 5 en salarisschaal 7, salarisnummer 8 uit te betalen en hem voorts een incentive in de vorm van een dinerbon ter waarde van f 300,- te geven.
1.6. Bij het bestreden besluit van 26 juli 2001 heeft gedaagde het bezwaar van appellant tegen het besluit van 4 oktober 2000 ongegrond verklaard.
2. Het beroep tegen het bestreden besluit is bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant herhaald dat hem tijdens de gesprekken, die hebben plaatsgevonden voordat hij het besluit van 25 september 2000 ontving, wel is meegedeeld dat indien hij in vaste dienst bij de RB wordt aangesteld, hij zou worden ingeschaald in salarisschaal 7, maar niet in welk salarisnummer. Eerst bij besluit van 25 september 2000 is hij op de hoogte gesteld van dit salarisnummer. Verder ontkent hij dat hij had kunnen weten dat de in die brief genoemde inschaling onjuist was en stelt hij dat gedaagde niet van die inpassing kon terugkomen.
4. De Raad overweegt als volgt.
4.1. Niet in geschil is dat het in het besluit van 25 september 2000 genoemde salaris-nummer niet juist was. Zoals de Raad reeds vaker heeft overwogen (zie onder andere CRvB 19 juli 2001, TAR 2001, 141) komt aan een bestuursorgaan in beginsel de bevoegdheid toe een gemaakte fout te herstellen, mits het daartoe strekkende besluit niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en ook overigens geen sprake is van strijd met enige geschreven of ongeschreven rechtsregel of enig algemeen rechtsbeginsel.
4.1.1. De Raad is van oordeel dat in het onderhavige geval geen sprake is van een schending van het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. Anders dan appellant in zijn beroepschrift aanvoert, heeft hij ter hoorzitting van 5 februari 2001 van de bezwaren-commissie van de RB namelijk erkend dat vóór 25 september 2000 met hem is gesproken over het salarisbedrag dat hij zou ontvangen na aanstelling in vaste dienst bij de RB. De Raad heeft geen aanleiding om aan de juistheid te twijfelen van die verklaring, die op dat punt overeenstemt met hetgeen het afdelingshoofd A. Borm heeft verklaard.
4.1.2. Mede gelet op het feit dat aan appellant binnen een week telefonisch is meegedeeld dat er een fout was gemaakt en de fout zeer snel schriftelijk is hersteld, is de Raad dan ook van oordeel dat het bestreden besluit in rechte stand houdt. Dit geldt te meer als daarbij nog gelet wordt op de nadien bij brief van 3 november 2000 toegekende financiële tegemoet- koming.
4.2. Gelet op het vorenoverwogene moet de aangevallen uitspraak worden bevestigd.
5. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus gegeven door mr. G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als voorzitter en mr.T. Hoogenboom en mr. H. Bolt als leden, in tegenwoordigheid van L. Karssenberg als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 27 november 2003.
(get.) G.P.A.M. Garvelink-Jonkers.
(get.) L. Karssenberg.