Centrale Raad van Beroep, 05-12-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4175, 17/693 AOR-V
Centrale Raad van Beroep, 05-12-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4175, 17/693 AOR-V
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 5 december 2017
- Datum publicatie
- 6 december 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2017:4175
- Zaaknummer
- 17/693 AOR-V
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond.
Uitspraak
Datum uitspraak: 5 december 2017
17/693 AOR-V, 17/694 WUBO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het geding tussen:
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Pensioen- en Uitkeringsraad (verweerder)
PROCESVERLOOP
Bij uitspraken als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht van 22 juni 2017 heeft de Raad de namens appellant door [naam X] ingediende beroepen tegen de besluiten van verweerder van 22 november 2016 niet-ontvankelijk verklaard.
Namens appellant heeft [naam X] verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 24 oktober 2017. Appellant is verschenen, bijgestaan door [naam X] . Verweerder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraken van de Raad van 22 juni 2017 berusten op de overwegingen dat de beroepschriften niet tijdig zijn ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In verzet heeft de gemachtigde van appellant te kennen gegeven dat appellant wegens medische en persoonlijke omstandigheden niet in staat was tijdig de beroepen in te stellen. Daarbij verwijst hij naar de medische gegevens die bij het verzetschrift zijn overgelegd. Ook heeft de gemachtigde van appellant te kennen gegeven dat appellant hem niet tijdig heeft ingeschakeld om namens hem beroep in te stellen.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Uit de geschetste omstandigheden en de overgelegde medische gegevens blijkt niet dat appellant de gehele beroepstermijn niet in staat is geweest om beroep in te stellen of een derde in te schakelen om namens hem beroep in te stellen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van N.L. Kuipers als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 december 2017.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) N.L. Kuipers