Centrale Raad van Beroep, 11-12-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:3378, 20/985 ANW-V
Centrale Raad van Beroep, 11-12-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:3378, 20/985 ANW-V
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 11 december 2020
- Datum publicatie
- 24 december 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2020:3378
- Zaaknummer
- 20/985 ANW-V
Inhoudsindicatie
In de periode na half maart 2020 is er in verband met de situatie rondom het Coronavirus weinig tot geen vliegverkeer mogelijk geweest tussen Nederland en Marokko. In deze periode zijn de nota en betalingsherinnering aan appellante verstuurd. Gelet hierop kan niet worden uitgesloten dat appellante niet in de gelegenheid is geweest om binnen de gestelde termijn een beroep op betalingsonmacht te doen. Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 25 juni 2020 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Uitspraak
Datum uitspraak: 11 december 2020
20/985 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 januari 2020, 19/2525 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: J.C. Boeree
Griffier: R. van Doorn
Ter zitting is niemand verschenen
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 25 juni 2020 heeft de Raad het hoger beroep van appellante tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellante heeft bij brief van 14 juli 2020 te kennen gegeven dat zij geen inkomsten heeft en niet in staat is het bedrag van € 131,- aan griffierecht te betalen. Dit heeft zij herhaald in haar verzetschrift.
De Raad heeft appellante op 14 maart 2020 een nota voor voldoening van het griffierecht toegezonden. Op 14 april 2020 is per aangetekende post een betalingsherinnering gestuurd. Appellante heeft in een brief van 14 juli 2020 meegedeeld dat zij niet in staat is het griffierecht te voldoen. Zij heeft een kopie van de betalingsherinnering bij deze brief gevoegd. In de periode na half maart 2020 is er in verband met de situatie rondom het Coronavirus weinig tot geen vliegverkeer mogelijk geweest tussen Nederland en Marokko. In deze periode zijn de nota en betalingsherinnering aan appellante verstuurd. Gelet hierop kan niet worden uitgesloten dat appellante niet in de gelegenheid is geweest om binnen de gestelde termijn een beroep op betalingsonmacht te doen. Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 25 juni 2020 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) R. van Doorn (getekend) J.C. Boeree