Home

Centrale Raad van Beroep, 27-06-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1193, 21 / 1055 PW

Centrale Raad van Beroep, 27-06-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1193, 21 / 1055 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
27 juni 2023
Datum publicatie
4 juli 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:1193
Zaaknummer
21 / 1055 PW

Inhoudsindicatie

Weigering toestemming om met behoud van bijstand een BBL-opleiding te volgen.

De werkzaamheden die bij het werkleerbedrijf verricht worden, zijn op geld waardeerbaar. Ook als geen loon wordt betaald. In die situatie moet de bijstand worden afgestemd. De opleiding is niet aan te merken als een participatieplaats.

Uitspraak

21/1055 PW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 12 februari 2021, 20/643 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Enschede (college)

Datum uitspraak: 27 juni 2023

PROCESVERLOOP

Met een besluit van 1 augustus 2019 heeft het college afwijzend beslist op een verzoek van appellante om met behoud van haar bijstandsuitkering een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs te volgen. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het college is met een besluit van 17 februari 2020 (bestreden besluit) bij de afwijzing gebleven.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.

Namens appellante heeft mr. Y.N. Teke-Bozkurt, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Partijen hebben gereageerd op een vraagstelling van de Raad.

Bij brief van 25 juli 2022 heeft mr. A.L. Ruiter zich als opvolgend gemachtigde gesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2022. Namens appellante is verschenen mr. Ruiter. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door M. Laarhuis.

Het onderzoek ter zitting is geschorst.

Appellante heeft een nader stuk ingediend.

Het onderzoek ter zitting is hervat op 16 mei 2023. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Ruiter. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door M. Laarhuis.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

In deze uitspraak beoordeelt de Raad of de rechtbank het bestreden besluit terecht in stand heeft gelaten. De Raad komt tot het oordeel dat dit het geval is en dat het college het verzoek van appellante mocht afwijzen om met behoud van haar bijstandsuitkering een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs te volgen. Dit oordeel berust op de volgende overwegingen.

Achtergrond

Uitspraak van de rechtbank

De beroepsgronden en het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING