Home

Centrale Raad van Beroep, 27-06-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1320, 21 / 1630 PW

Centrale Raad van Beroep, 27-06-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1320, 21 / 1630 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
27 juni 2023
Datum publicatie
20 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:1320
Zaaknummer
21 / 1630 PW

Inhoudsindicatie

Intrekking van bijstand. Schending medewerkingsverplichting. Door zonder bericht niet te verschijnen op de afspraak, heeft appellante de medewerkingsverplichting geschonden waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Het college heeft niet een voor appellante onduidelijke situatie gecreëerd, waardoor de gevolgen van het bestreden besluit voor haar onevenredig zwaar zouden zijn. Uit de tekst van de brief volgt namelijk dat het gesprek niet alleen zou gaan over de re-integratie en arbeidsinschakeling van appellante, maar ook over de beoordeling van haar recht op bijstand.

Uitspraak

21/1630 PW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van

25 maart 2021, 19/3041 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch (college)

Datum uitspraak: 27 juni 2023

PROCESVERLOOP

Met een besluit van 17 april 2019 heeft het college de bijstand van appellante met ingang van 25 maart 2019 ingetrokken. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij besluit van

15 oktober 2019 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en, met aanpassing van de wettelijke grondslag, de ingangsdatum van de intrekking van de bijstand gewijzigd van 25 maart 2019 naar 15 april 2019.

Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.

Namens appellante heeft mr. M. Yesildag, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Op 3 januari 2023 heeft mr. E. Kaya, advocaat, als opvolgend gemachtigde van appellante een nader stuk ingezonden.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 16 mei 2023. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Kaya. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door

mr. P. van Berkel.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

Het gaat in dit geding om de intrekking van bijstand. Het college heeft in het bestreden besluit het standpunt ingenomen dat het recht op bijstand van appellante vanaf 15 april 2019 niet kan worden vastgesteld. De Raad komt tot het oordeel dat dit standpunt van het college juist is.

Inleiding

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING