Centrale Raad van Beroep, 20-07-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1410, 21/4253 WIA
Centrale Raad van Beroep, 20-07-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1410, 21/4253 WIA
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 20 juli 2023
- Datum publicatie
- 26 juli 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2023:1410
- Zaaknummer
- 21/4253 WIA
Inhoudsindicatie
De Raad volgt het Uwv in het standpunt dat de conclusies van de door de rechtbank ingeschakelde deskundige niet kunnen worden gevolgd. De Raad komt aansluitend tot het oordeel dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid juist heeft vastgesteld.
Uitspraak
21/4253 WIA
Datum uitspraak: 20 juli 2023
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
24 november 2021, 19/4693 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 15 februari 2019 heeft het Uwv geweigerd betrokkene een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toe te kennen. Betrokkene heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv is met een besluit van 26 juli 2019 (bestreden besluit) bij de weigering van de uitkering gebleven.
Betrokkene heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het Uwv opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Het Uwv heeft hoger beroep ingesteld.
Namens betrokkene heeft mr. L.M. Dragtenstein zich als gemachtigde gesteld.
Partijen hebben nadere stukken ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 8 juni 2023. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I.L.M. Dunselman. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. Dragtenstein.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Het gaat in deze zaak over de vraag of de rechtbank terecht de conclusies van de door haar ingeschakelde onafhankelijk deskundige heeft gevolgd en het Uwv terecht heeft opgedragen aan de hand daarvan een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De Raad volgt het Uwv in het standpunt dat de conclusies van de door de rechtbank ingeschakelde deskundige niet kunnen worden gevolgd. De Raad komt aansluitend tot het oordeel dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid juist heeft vastgesteld.