Home

Centrale Raad van Beroep, 08-08-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1529, 21 / 4180 PW

Centrale Raad van Beroep, 08-08-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1529, 21 / 4180 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
8 augustus 2023
Datum publicatie
10 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:1529
Zaaknummer
21 / 4180 PW

Inhoudsindicatie

Vervallenverklaring. Schending fundamenteel procedurevoorschrift. Omissie Raad. De gemachtigde van appellant heeft verzocht om een zitting. Door een administratieve omissie heeft dit stuk de behandeld raadsheer nooit bereikt. De Raad heeft destijds met toepassing van artikel 8:57 van de Awb uitspraak buiten zitting gedaan. Dit betekent dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 24 april 2023 een fundamenteel voorschrift is geschonden. Daardoor is de uitspraak niet rechtsgeldig tot stand gekomen. De Raad ziet hierin aanleiding die uitspraak vervallen te verklaren.

Uitspraak

21 4180 PW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 25 april 2023, 21/4180 PW

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

het college van burgemeester en wethouders van Wolvega (college)

Datum uitspraak: 8 augustus 2023

PROCESVERLOOP

De Raad heeft vastgesteld dat bij de totstandkoming van zijn uitspraak van 25 april 2023 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden.

De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een vervallenverklaring van de uitspraak.

Partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

De Raad kan een door hem gedane uitspraak vervallen verklaren indien blijkt dat een belanghebbende aantoonbaar en in zodanige mate in zijn processuele belangen is geschaad, doordat een voorschrift van openbare orde niet in acht is genomen, dat ten gevolge daarvan moet worden vastgesteld dat de uitspraak die het betreft niet rechtsgeldig tot stand is gekomen.

Bij brief van 10 februari 2023 heeft de Raad laten weten dat hij een zitting niet nodig vindt. De Raad heeft partijen gewezen op hun recht om ter zitting worden gehoord. De Raad heeft van de gemachtigde van appellant op 3 maart 2023 een inhoudelijke reactie ontvangen waarin appellant heeft verzocht om een zitting. Door een administratieve omissie heeft dit stuk de behandeld raadsheer nooit bereikt. Uitgaande van de volledigheid van het dossier heeft de Raad destijds het onderzoek gesloten en met toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak buiten zitting gedaan.

Dit betekent dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 24 april 2023 een fundamenteel voorschrift is geschonden. Daardoor is de uitspraak niet rechtsgeldig tot stand gekomen. De Raad ziet hierin aanleiding die uitspraak vervallen te verklaren.

Na de vervallenverklaring van de uitspraak zal het onderzoek worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond toen de kennisgeving werd verzonden. De zaak zal door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zijn uitspraak van 25 april 2023, 21/4180 PW, vervallen.

Deze uitspraak is gedaan door P.W. van Straalen, in tegenwoordigheid van B. Beerens als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2023.

(getekend) P.W. van Straalen

(getekend) B. Beerens