Centrale Raad van Beroep, 31-08-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1703, 22/3607 WIA
Centrale Raad van Beroep, 31-08-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1703, 22/3607 WIA
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 31 augustus 2023
- Datum publicatie
- 8 september 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2023:1703
- Zaaknummer
- 22/3607 WIA
Inhoudsindicatie
Herbeoordeling. Beëindiging WIA-uitkering. Minder dan 35% arbeidsongeschikt. Hoger beroep slaagt. Niet is vast komen te staan dat appellante de door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geselecteerde functies kan verrichten. Het Uwv heeft onterechte de WIA-uitkering per 6 mei 2021 beëindigd. Vergoeding proceskosten en griffierecht.
Uitspraak
22/3607 WIA
Datum uitspraak: 31 augustus 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 oktober 2022, 21/1761 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 10 december 2020 heeft het Uwv de uitkering die appellante ontving op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) beëindigd. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv is met een besluit van 5 maart 2021 (bestreden besluit) bij de beëindiging van de WIA-uitkering gebleven.
Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Namens appellante heeft mr. F. Reith, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 20 juli 2023. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Reith. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.W.A. Blind.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Het gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht de WIA-uitkering per 6 mei 2021 heeft beëindigd, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Volgens appellante kan zij met haar (medische) beperkingen niet de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies vervullen. De Raad volgt dit standpunt en komt tot de conclusie dat het Uwv de geschiktheid voor de geduide functies onvoldoende heeft onderbouwd.