Home

Centrale Raad van Beroep, 29-09-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1902, 22/190 AOW

Centrale Raad van Beroep, 29-09-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1902, 22/190 AOW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
29 september 2023
Datum publicatie
17 oktober 2023
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:1902
Zaaknummer
22/190 AOW

Inhoudsindicatie

De Svb heeft terecht een korting van 4% toegepast op het AOW-pensioen van appellant. Appellant was niet verzekerd voor de AOW in de periode waarin hij door een Britse werkgever naar Zambia was uitgezonden. In ieder geval gedurende het eerste jaar van die uitzending, toen appellant nog ingezetene van Nederland was, was op hem op grond van Vo 1408/71 uitsluitend de Britse wetgeving van toepassing. Dat appellant niet verzekerd is geacht krachtens de Britse wetgeving maakt dit niet anders. Vanaf het moment dat zijn echtgenote naar Zambia kwam was appellant geen ingezetene meer van Nederland. Ook in die periode was hij niet verzekerd voor de AOW.

Uitspraak

22/190 AOW

Datum uitspraak: 29 september 2023

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 december 2021, 20/4830 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij besluit van 7 april 2020 heeft de Svb aan appellant een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) toegekend met een korting van 4%. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar bij het bestreden besluit van 12 juni 2020 (bestreden besluit) is de Svb bij dit besluit gebleven.

Appellant heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld en de Svb heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 20 oktober 2022. Appellant is verschenen, samen met zijn echtgenote. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. W. van den Berg. Naar aanleiding van een afspraak die tijdens de zitting is gemaakt heeft de Svb nog een brief aan de Raad gestuurd.

De Raad heeft gevraagd of partijen behoefte hadden aan een vervolgzitting. Omdat geen van de partijen binnen de gestelde termijn heeft gereageerd, heeft de Raad een nieuwe zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

De Svb heeft terecht een korting van 4% toegepast op het AOW-pensioen van appellant. Appellant was niet verzekerd voor de AOW in de periode waarin hij door een Britse werkgever naar Zambia was uitgezonden. In ieder geval gedurende het eerste jaar van die uitzending, toen appellant nog ingezetene van Nederland was, was op hem op grond van Vo 1408/71 uitsluitend de Britse wetgeving van toepassing. Dat appellant niet verzekerd is geacht krachtens de Britse wetgeving maakt dit niet anders. Vanaf het moment dat zijn echtgenote naar Zambia kwam was appellant geen ingezetene meer van Nederland. Ook in die periode was hij niet verzekerd voor de AOW.

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellant is geboren op [geboortedatum] 1953 en heeft (ook) de Nederlandse nationaliteit. Hij heeft op 19 december 2019 een aanvraag gedaan voor toekenning van een AOWpensioen. In een besluit van 7 april 2020 heeft de Svb hem laten weten dat hij vanaf 30 april 2020 recht heeft op een ouderdomspensioen waarop een korting van 4% wordt toegepast wegens, afgerond, twee niet verzekerde jaren. Appellant wordt niet verzekerd geacht over de periode van 2 juli 1985 tot en met 3 januari 1988 (periode in geding). In deze periode was hij in dienst van een in Londen, Verenigd Koninkrijk (VK), gevestigde werkgever, [naam werkgever] , die hem naar Zambia had gedetacheerd.

1.2.

In een beslissing van 12 juni 2020 heeft de Svb het bezwaar tegen het besluit van 7 april 2020 ongegrond verklaard. Volgens de Svb woonde en werkte appellant niet in Nederland in de periode in geding en was hij daarom niet verzekerd voor de AOW. De Svb verwijst appellant naar het zusterorgaan in het VK voor het aanvragen van een pensioen over de periode waarin hij niet AOW-verzekerd is geweest.

De uitspraak van de rechtbank

Standpunten in hoger beroep

Het oordeel van de Raad

BESLISSING

Bijlage