Centrale Raad van Beroep, 24-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2014, 21/4355 PW
Centrale Raad van Beroep, 24-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2014, 21/4355 PW
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 24 oktober 2023
- Datum publicatie
- 16 november 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2023:2014
- Zaaknummer
- 21/4355 PW
Inhoudsindicatie
Herziening van bijstand. Verlaging naar norm van 50% voor gehuwde met een niet-rechthebbende partner. Ten onrechte niet afgestemd.
Uitspraak
21/4355 PW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 1 november 2021, 21/3720 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)
Datum uitspraak: 24 oktober 2023
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 18 januari 2021 heeft het college de norm van de bijstand die appellante ontving als alleenstaande met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd naar de norm voor een gehuwde met een niet-rechthebbende partner. Deze norm bedraagt 50% van de norm voor gehuwden. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het college is met een besluit van 20 mei 2021 (bestreden besluit) bij de toekenning naar de norm voor een gehuwde met niet-rechthebbende partner gebleven.
Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.
Namens appellante heeft mr. J. Nieuwstraten, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Partijen hebben nadere stukken overgelegd.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 12 september 2023. Voor appellante is mr. Nieuwstraten verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.T. Krabbenborg.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
In deze zaak beoordeelt de Raad of het college de bijstand van appellante had moeten afstemmen, in die zin dat de norm verhoogd had moeten worden omdat sprake is van een zeer bijzondere situatie. De Raad komt tot het oordeel dat dit het geval is. De bijstand van appellante ter hoogte van 50% van de gehuwdennorm is voor haar te laag om alle voor haar noodzakelijke uitgaven te doen. Het college krijgt de opdracht om nader onderzoek te doen naar alle relevante omstandigheden, mogelijkheden en middelen van appellante en naar aanleiding daarvan de bijstand van appellante af te stemmen.