Centrale Raad van Beroep, 24-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2020, 22/1322 WMO15
Centrale Raad van Beroep, 24-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2020, 22/1322 WMO15
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 24 oktober 2023
- Datum publicatie
- 7 november 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2023:2020
- Zaaknummer
- 22/1322 WMO15
Inhoudsindicatie
Afwijzing maatwerkvoorziening bestaande uit een elektrische fiets. Blokkeringsrecht ingeroepen. Onvoldoende medewerking verleend. Medische noodzaak voor deze maatwerkvoorziening kan niet worden vastgesteld.
Uitspraak
22/1322 WMO15
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Datum uitspraak: 24 oktober 2023
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 21 maart 2022, 20/3437 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad (college)
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 14 maart 2019 heeft het college de aanvraag voor een maatwerkvoorziening bestaande uit onder meer een elektrische fiets afgewezen. Appellant heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het college is met een besluit van 8 juni 2020 (bestreden besluit) bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Appellant heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.
Namens appellant heeft mr. P.E. Stam, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak gevoegd behandeld met de zaak 22/1331 PW op een zitting van 20 september 2023. Voor appellant is mr. Stam verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P. Koenhen en mr. A. Slotboom.
Na de zitting zijn de zaken gesplitst.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Deze uitspraak gaat over de vraag of het college de aanvraag van appellant voor een maatwerkvoorziening bestaande uit een elektrische fiets terecht heeft afgewezen. De Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Door het inroepen van het blokkeringsrecht heeft appellant onvoldoende medewerking verleend, waardoor de medische noodzaak voor deze maatwerkvoorziening niet kan worden vastgesteld.