Home

Centrale Raad van Beroep, 08-11-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2073, 22/1988 ZVW

Centrale Raad van Beroep, 08-11-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2073, 22/1988 ZVW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
8 november 2023
Datum publicatie
13 november 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:2073
Zaaknummer
22/1988 ZVW

Inhoudsindicatie

Het CAK heeft terecht boetes opgelegd omdat appellanten geen eigen zorgverzekering hebben afgesloten. Appellanten zijn geen gezinsleden van hun zoon voor de toepassing van artikel 17 van Vo 883/2004. Zij hebben dan ook niet via hun zoon een afgeleid recht op verstrekkingen in Nederland ten laste van België.

Uitspraak

22/1988 en 22/1989 ZVW

Datum uitspraak: 8 november 2023

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 juni 2022, 20/6985 en 20/6986 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op de verzoeken om veroordeling tot vergoeding van schade

Partijen:

[appellant] en [appellante] te [woonplaats] (appellanten)

het Centraal Administratiekantoor (CAK)

PROCESVERLOOP

Met twee afzonderlijke besluiten van 6 juli 2020 heeft het CAK aan appellanten elk een boete opgelegd. Appellanten hebben daartegen bezwaar gemaakt, maar het CAK is met twee afzonderlijke besluiten van 2 december 2020 (bestreden besluiten) bij het opleggen van de boetes gebleven.

Appellanten hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak de beroepen ongegrond verklaard.

Namens appellanten heeft [A.] hoger beroep ingesteld en verzocht om vergoeding van schade.

Het CAK heeft een verweerschrift ingediend.

Appellanten hebben nadere stukken ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 27 september 2023. Voor appellanten is de heer [A.] verschenen. Het CAK heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.M. Nijman.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

Appellanten zijn ingezetenen van Nederland en daarom verzekerd op grond van de Wlz. Appellanten zijn geen gezinsleden van hun zoon voor de toepassing van artikel 17 van Vo 883/2004. Zij hebben dan ook niet via hun zoon een afgeleid recht op verstrekkingen in Nederland ten laste van België. Appellanten zijn dan ook verplicht een eigen zorgverzekering op grond van de Zvw af te sluiten. Appellanten hebben niet (tijdig) aan deze verplichting voldaan, waardoor het CAK gehouden was de in geding zijnde boetes op te leggen. Van het ontbreken van verwijtbaarheid in de zin van artikel 5:41 van de Awb is geen sprake. Voor veroordeling van het CAK tot vergoeding van schade bestaat geen aanleiding.

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Uit een vergelijking van de Basisadministratie Volksverzekeringen en het Referentiebestand Verzekerden Zorgverzekeringswet is het CAK gebleken dat appellanten wel waren ingeschreven als inwoner van Nederland maar geen Nederlandse zorgverzekering hadden afgesloten. Op 27 maart 2020 heeft het CAK appellanten schriftelijk aangemaand om een zorgverzekering op grond van de Zvw af te sluiten. Daarbij heeft het CAK medegedeeld dat aan hen een boete wordt opgelegd als zij zich niet binnen drie maanden hebben verzekerd.

1.2.

Bij de besluitvorming zoals weergegeven in het procesverloop heeft het CAK aan appellanten elk een boete opgelegd van € 410,49 omdat zij hebben verzuimd tijdig na de aanmaningen een zorgverzekering af te sluiten. Het CAK heeft hieraan ten grondslag gelegd dat appellanten ingezetenen zijn van Nederland en daarom verplicht zijn een zorgverzekering af te sluiten. Appellanten kunnen zich niet meeverzekeren op de verdragspolis van hun zoon ten laste van België. Het niet tijdig afsluiten van een zorgverzekering kan appellanten worden verweten. Voor het kwijtschelden van de boetes heeft het CAK geen aanleiding gezien.

Uitspraak van de rechtbank

Het standpunt van appellanten

Het oordeel van de Raad

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Artikel 1, aanhef en onder i, Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 17 Verordening (EG) nr. 883/2004

Artikel 1.2.1 Wet langdurige zorg

Artikel 2.1.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wet langdurige zorg

Artikel 2.1.3 Wet langdurige zorg

KB 746

Artikel 2, eerste lid, Zorgverzekeringswet

Artikel 9a, eerste en tweede lid, Zorgverzekeringswet

Artikel 9b, eerste lid, Zorgverzekeringswet

Artikel 5:41 Algemene wet bestuursrecht