Home

Centrale Raad van Beroep, 17-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2111, 22/2660 TONK

Centrale Raad van Beroep, 17-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2111, 22/2660 TONK

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
17 oktober 2023
Datum publicatie
20 november 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:2111
Zaaknummer
22/2660 TONK

Inhoudsindicatie

De TONK-aanvraag moet worden beoordeeld als een aanvraag om bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de PW. De woonkosten deden zich voor. Appellante was op basis van de huurovereenkomst verplicht € 800,- huur aan haar ouders te betalen. Dat appellante de huur feitelijk niet betaalde betekent niet dat zij hiertoe niet verplicht was. Het standpunt van het college miskent dat de TONK-regeling juist in het leven is geroepen voor situaties als die van appellante, waarin de huur niet meer kan worden betaald door een onverwachte aanzienlijke terugval in inkomen als gevolg van de coronacrisis. Het college hoefde bij de berekening van de draagkracht van appellante geen rekening te houden met de maandelijkse opslagkosten en de maandelijkse aflossingsbetalingen. Uit artikel 35, eerste lid van de PW is namelijk niet af te leiden dat behalve met het inkomen en het vermogen ook met de uitgaven moet worden rekening gehouden. Ook uit de beleidsregels volgt niet dat daarmee rekening moet worden gehouden en appellante heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die aanleiding zouden moeten zijn om van dat beleid af te wijken.

Uitspraak

22/2660 TONK

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 juli 2022, 21/4516 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Overbetuwe (college)

Datum uitspraak: 17 oktober 2023

PROCESVERLOOP

Het college heeft met een besluit van 19 april 2021 een aanvraag van appellante om een tegemoetkoming op grond van de zogenoemde TONK-regeling afgewezen en is daarbij, na bezwaar daartegen, met een besluit van 14 september 2021 (bestreden besluit) gebleven.

De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft in een brief van 23 december 2022 aan partijen vragen gesteld. Het college heeft in een brief van 17 januari 2023 gereageerd.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 5 september 2023. Appellante is verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. D. Radstaat.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de Regeling tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten. De Raad oordeelt dat het college de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen en dat aan appellante een tegemoetkoming op grond van de TONK-regeling toekomt van € 406,17.

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante is door de in 2020 geldende maatregelen in verband met de coronapandemie

haar werk als zelfstandig sportinstructrice en haar werk in loondienst bij een hotel kwijtgeraakt. Zij heeft vervolgens een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangen.

1.2.

Appellante woonde met haar minderjarige kinderen in een huurwoning. Toen de huurovereenkomst afliep is zij in december 2020 bij haar ouders ingetrokken. Zij heeft daarvoor met hen een huurovereenkomst afgesloten voor twee kamers. De ingangsdatum van de huur was 8 december 2020 en de huurprijs € 800,- per maand.

1.3.

Op 6 april 2021 heeft appellante een tegemoetkoming aangevraagd op grond van de Regeling tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK-regeling). Zij heeft daarbij opgegeven dat haar woonkosten € 800,- per maand bedragen en bestaan uit huur, gas, elektriciteit en water. In haar aanvraag heeft zij verder opgegeven dat haar inkomsten in januari 2020 € 1.928,05 bedroegen en in januari 2021 waren gedaald naar € 1.287,76.

1.4.

Met het besluit van 19 april 2021 heeft het college de aanvraag afgewezen op de grond dat appellante gelet op haar draagkracht de kosten zelf kan betalen. Die draagkracht heeft het college berekend op basis van de Beleidsregel houdende regels omtrent de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijk Kosten (Beleidsregel TONK). Die beleidsregel gold van 1 januari 2021 tot en met 27 juli 2021.

1.5.

Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dat besluit en aangevoerd dat zij haar vaste lasten niet uit haar inkomen kan betalen. Als vaste lasten heeft appellante, naast haar maandelijkse huurkosten, met name opgegeven: de kosten van huur van een opslagunit van € 114,- per maand (opslagkosten) en de aflossingen op een vordering van de Belastingdienst/Toeslagen van € 268,- per maand (aflossingsbetalingen).

1.6.

Het college heeft de Beleidsregel TONK op 28 juli 2021 gewijzigd. Dit hield een verruiming en een verlenging in. De wijziging is neergelegd in een nieuwe Beleidsregel TONK, die gold van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021 (gewijzigde Beleidsregel TONK).

1.7.

Met het besluit van 14 september 2021 (bestreden besluit) is het college bij het besluit van 19 april 2021 gebleven. Het college heeft aan het bestreden besluit in de eerste plaats ten grondslag gelegd dat appellante geen daadwerkelijke woonkosten had. Voor het geval dat dit standpunt niet juist is heeft het college zijn eerdere standpunt over de draagkracht van appellante gehandhaafd. De maandelijkse kosten van huur van een opslagunit en de maandelijkse aflossingen op een vordering van de Belastingdienst worden niet bij de berekening van de draagkracht betrokken. Het bestreden besluit is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet (PW) en de Beleidsregel TONK.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten.

Het standpunt van appellante

3. Appellante is het met die uitspraak van de rechtbank niet eens. Wat appellante daartegen heeft aangevoerd, wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke regels