Home

Centrale Raad van Beroep, 21-11-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2263, 21/2701 PW

Centrale Raad van Beroep, 21-11-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2263, 21/2701 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
21 november 2023
Datum publicatie
4 december 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:2263
Zaaknummer
21/2701 PW

Inhoudsindicatie

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand. Reserveringsruimte. Schulden. Wijziging rechtspraak. Geen bijzondere omstandigheden. Het college heeft de aanvraag van appellant om bijzondere bijstand gevraagd voor de kosten van een bankstel afgewezen. Net als het college en de rechtbank komt de Raad tot het oordeel dat appellante niet verkeerde in bijzondere omstandigheden en dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen. De Raad is, anders dan voorheen, van oordeel dat onder bepaalde omstandigheden een gebrek aan reserveringsruimte als gevolg van schulden een bijzondere omstandigheid kan zijn die tot verlening van bijzondere bijstand moet leiden. Maar appellante heeft een gebrek aan reserveringsruimte niet aannemelijk gemaakt.

Uitspraak

21/2701 PW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 2 juli 2021, 21/1408 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)

Datum uitspraak: 21 november 2023

PROCESVERLOOP

Met een besluit van 7 oktober 2020 heeft het college de aanvraag van appellante om bijzondere bijstand voor de kosten van een bankstel afgewezen. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het college is met een besluit van 1 februari 2021 (bestreden besluit) bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.

Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.

Namens appellante heeft mr. S. Atceken-Ata, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Appellante heeft desgevraagd een nadere reactie en stukken ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 10 oktober 2023. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Atceken-Ata. Het college heeft zich telefonisch laten vertegenwoordigen door R.N. Duivenvoorde.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

Appellante heeft bijzondere bijstand gevraagd voor de kosten van een bankstel. Zij meent dat zij in bijzondere omstandigheden verkeert waardoor zij de kosten van het bankstel niet uit haar inkomen op bijstandsniveau kan betalen. Zij kon namelijk voor die kosten niet reserveren als gevolg van schulden. Het college heeft de aanvraag afgewezen. Net als het college en de rechtbank komt de Raad tot het oordeel dat appellante niet verkeerde in bijzondere omstandigheden en dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen. De Raad is, anders dan voorheen, van oordeel dat onder bepaalde omstandigheden een gebrek aan reserveringsruimte als gevolg van schulden een bijzondere omstandigheid kan zijn die tot verlening van bijzondere bijstand moet leiden. Maar appellante heeft een gebrek aan reserveringsruimte niet aannemelijk gemaakt. Daarom krijgt zij geen gelijk.

Inleiding

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels