Home

Centrale Raad van Beroep, 28-11-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2273, 21/137 PW

Centrale Raad van Beroep, 28-11-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2273, 21/137 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
28 november 2023
Datum publicatie
12 december 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:2273
Zaaknummer
21/137 PW

Inhoudsindicatie

Hoger beroep niet-ontvankelijk. Geen procesbelang meer.

Het beoogde doel van appellant in hoger beroep is vergoeding van de kosten van bezwaar in een bezwaarprocedure tegen een nader besluit, dat door het college is genomen tijdens de procedure in hoger beroep. De Raad komt echter aan de beoordeling hiervan niet toe, omdat het nadere besluit niet bij de beoordeling in het hoger beroep wordt betrokken. Omdat het college in het nadere besluit volledig aan appellant is tegemoetgekomen en heeft aangegeven de proceskosten te zullen vergoeden, heeft appellant hier geen belang meer bij. Dit is ook de reden dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Uitspraak

21/137 PW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 december 2020, 20/719 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

het college van burgemeester en wethouders van Delft (college)

Datum uitspraak: 28 november 2023

PROCESVERLOOP

Met een besluit van 6 augustus 2019 (besluit 1) heeft het college de aanvraag om bijstand van appellant met toepassing van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling gesteld. Appellant heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het college is met een besluit van 23 december 2019 (bestreden besluit) bij de buitenbehandelingstelling gebleven.

Appellant heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.

Namens appellant heeft mr. M. de Boorder, advocaat, hoger beroep ingesteld.

De Raad heeft met een brief van 21 februari 2023 (regiebrief) aan partijen voorgehouden hoe hij het geschil tussen partijen ziet, met verwijzing naar de uitspraak van 13 december 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2793. Daarbij heeft de Raad partijen in de gelegenheid gesteld om zich hier nader over uit te laten.

Het college heeft schriftelijk op de regiebrief gereageerd en op 9 maart 2023 een nieuw besluit genomen (nader besluit 1). Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen nader besluit 1. Hierna heeft het college met een besluit van 4 april 2023 (nader besluit 2) nader besluit 1 gewijzigd.

Partijen hebben nadere zienswijzen ingediend.

Appellant heeft de Raad desgevraagd toestemming gegeven om uitspraak te doen zonder een zitting te houden. De Raad heeft het college laten weten dat hij een zitting niet nodig vindt en het college gevraagd of hij het daarmee eens is. Omdat het college daarna niet om een zitting heeft gevraagd, heeft de Raad, onder toepassing van artikel 8:57 van de Awb, de zaak niet behandeld op een zitting en het onderzoek op 8 september 2023 gesloten.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

Het beoogde doel van appellant in hoger beroep is vergoeding van de kosten van bezwaar in een bezwaarprocedure tegen een nader besluit, dat door het college is genomen tijdens de procedure in hoger beroep. De Raad komt echter aan de beoordeling hiervan niet toe, omdat het nadere besluit niet bij de beoordeling in het hoger beroep wordt betrokken. Omdat het college in het nadere besluit volledig aan appellant is tegemoetgekomen en heeft aangegeven de proceskosten te zullen vergoeden, heeft appellant hier geen belang meer bij. Dit is ook de reden dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Inleiding

Uitspraak van de rechtbank

De nadere besluiten

Wat hebben wij besloten?

Het standpunt van appellant

Het standpunt van het college

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING