Home

Centrale Raad van Beroep, 21-12-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2515, 22/3796 ANW

Centrale Raad van Beroep, 21-12-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2515, 22/3796 ANW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
21 december 2023
Datum publicatie
4 januari 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:2515
Zaaknummer
22/3796 ANW

Inhoudsindicatie

Terecht afwijzing aanvraag voor een wezenuitkering op grond van de ANW. De tante van appellante had niet het juridisch ouderschap over appellante.

Uitspraak

22/3796 ANW

Datum uitspraak: 21 december 2023

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 oktober 2022, 21/5660 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. B.J. Manspeaker, advocaat, hoger beroep ingesteld.

De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 16 november 2023. Namens appellante is mr. B.J. Manspeaker verschenen, vergezeld door [x], voogd van appellante. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Diamant.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

De Svb heeft de aanvraag voor een wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) afgewezen omdat appellante niet ouderloos is geworden door het overlijden van haar tante, die optrad als haar voogd en verzorgster. De Raad bevestigt dat het begrip ouder in de ANW moet worden uitgelegd overeenkomstig het burgerlijk wetboek (BW). De tante had niet het juridisch ouderschap over appellante, waardoor appellante geen recht heeft op een wezenuitkering als gevolg van haar overlijden. Deze uitkomst komt niet in strijd met het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK).

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante is geboren op [Geboortedatum] 2007 in [Geboorteplaats] . Haar ouders zijn daar in 2007 en 2009 overleden. In 2013 is appellante naar Nederland verhuisd en is zij bij haar tante, [Naam tante] , in Nederland komen wonen. [Naam tante] heeft de voogdij over appellante gekregen. Op [overlijdensdatum 1] 2020 is [Naam tante] overleden en is namens appellante een wezenuitkering op grond van de ANW aangevraagd.

1.2.

Bij besluit van 2 juni 2021 heeft de Svb de aanvraag afgewezen. Met een besluit van 12 oktober 2021 (bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van appellante hiertegen ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat artikel 26 van de ANW bepaalt dat recht op wezenuitkering bestaat voor het kind dat door het overlijden van een verzekerde ouderloos is geworden. Onder ouderloos wordt in de rechtspraak verstaan de situatie dat niemand het juridisch ouderschap op grond van het Nederlands burgerlijk recht meer heeft over het kind. Hieruit leidt de Svb af dat door het overlijden van pleeg- of stiefouders een kind niet ouderloos kan worden in de zin van de ANW. Door het overlijden van [Naam tante] ontstaat er dan ook geen recht op een wezenuitkering voor appelante. De vader en moeder van appellante zijn op [overlijdensdatum 2] 2007 en op [overlijdensdatum 3] 2009 overleden in [overlijdensplaats] . Beide ouders waren niet verzekerd op de dag van hun overlijden voor de ANW. Dus ook op en vanaf het moment dat appellante daadwerkelijk ouderloos werd, bestaat er geen recht op een wezenuitkering.

Uitspraak van de rechtbank

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels en beleidsregels