Home

Centrale Raad van Beroep, 19-07-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1467, 23/1641 WMO15

Centrale Raad van Beroep, 19-07-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1467, 23/1641 WMO15

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
19 juli 2024
Datum publicatie
25 juli 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2024:1467
Zaaknummer
23/1641 WMO15

Inhoudsindicatie

Afwijzing aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015, bestaande uit de opleiding van haar hond tot hulphond. Toekenning maatwerkvoorziening bestaande uit vervoer met de Regiotaxi. De hond van appellante mag mee in de taxi, daarom is een passende bijdrage aan de zelfredzaamheid en participatie van appellante geleverd.

Uitspraak

23/1641 WMO15

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 18 april 2023, 22/5033 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Almere (college)

Datum uitspraak: 19 juli 2024

Het college heeft zorgvuldig onderzoek gedaan en was niet gehouden om aan appellante een maatwerkvoorziening bestaande uit een opleiding van haar hond tot hulphond te verstrekken. Dit betekent dat appellante geen gelijk krijgt.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. E.D. van Tellingen, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 7 juni 2024. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Van Tellingen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Doran.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante, geboren in 1970, is bekend met diverse aandoeningen, waaronder een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

1.2.

Met een besluit van 6 april 2022 heeft het college de aanvraag van appellante voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), bestaande uit de opleiding van haar hond tot hulphond, afgewezen.

1.3.

Met een besluit van 22 september 2022 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar tegen het besluit van 6 april 2022 gegrond verklaard en aan appellante een maatwerkvoorziening verstrekt bestaande uit vervoer met de Regiotaxi. Nu appellante in de regiotaxi, net als in het vervoer via Valys, haar hond mag meenemen is volgens het college een passende bijdrage aan de zelfredzaamheid en participatie van appellante geleverd.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten.

Het standpunt van appellante

3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Wat zij daartegen heeft aangevoerd wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Artikel 2.3.5