Home

Centrale Raad van Beroep, 28-11-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:2338, 23/2270 WMO15

Centrale Raad van Beroep, 28-11-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:2338, 23/2270 WMO15

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
28 november 2024
Datum publicatie
13 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2024:2338
Zaaknummer
23/2270 WMO15

Inhoudsindicatie

Intrekking en terugvordering pgb. Appellante heeft opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens verstrek.

Uitspraak

23/2270 WMO15

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 18 juli 2023, 22/3746 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)

Datum uitspraak: 28 november 2024

SAMENVATTING

In deze uitspraak oordeelt de Raad dat het college een besluit over een verstrekte maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb heeft mogen intrekken en de geldswaarde van het ten onrechte genoten pgb heeft mogen terugvorderen. Niet in geschil is dat appellante onjuiste gegevens heeft verstrekt. Daardoor is het pgb ten onrechte verstrekt. Het college heeft zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat sprake was van opzet. Het college hoefde geen aanleiding te zien om het terug te vorderen bedrag te matigen.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. L.H.E.M. Berendse-de Gruijl, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 17 oktober 2024. Voor appellante is mr. Berendse-de Gruijl verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Hielkema en mr. S.L. Klein Breteler.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante, geboren in 1946, ontving over de periode 31 augustus 2015 tot 30 december 2019 een maatwerkvoorziening ondersteuning en regie bij het huishouden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb).

1.2.

Naar aanleiding van een melding van de Svb is het college een onderzoek gestart. In het kader van dat onderzoek zijn twee toezichthouders van het college bij appellante op huisbezoek geweest en is administratief onderzoek gedaan.

1.3.

Met een besluit van 20 oktober 2021, gehandhaafd met een besluit van 5 juli 2022 (bestreden besluit), heeft het college – voor zover hier van belang – het pgb voor de periode 1 juli 2018 tot en met 29 december 2019 ingetrokken en een bedrag van € 2.987,62 bij appellante teruggevorderd. Hieraan heeft het college ten grondslag gelegd dat uit het onderzoek is gebleken dat appellante opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt. Appellante heeft niet gemeld dat X, waar zij een zorgovereenkomst mee had gesloten, sinds 1 juli 2018 geen ondersteuning meer leverde. Daarnaast heeft appellante via een wijzigingsformulier het rekeningnummer van X gewijzigd in een rekeningnummer op naam van haar en haar zoon, waardoor na 1 juli 2018 het pgb op een rekening van appellante werd uitbetaald.

De uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. Naar het oordeel van de rechtbank mocht het college het pgb intrekken en terugvorderen en hoefde het college ook geen aanleiding te zien om het terugvorderingsbedrag te matigen.

Het standpunt van appellante

3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Appellante heeft tegen die uitspraak aangevoerd dat zij haar pgb zou moeten behouden, omdat zij ook na 1 juli 2018 ondersteuning heeft gekregen, al werd die ondersteuning niet verleend door X. Verder heeft appellante aangevoerd dat het nooit haar intentie is geweest om onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken. Als appellante niet wordt gevolgd in haar standpunt dan moet de terugvordering worden gematigd.

Het oordeel van de Raad

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels