Home

Centrale Raad van Beroep, 27-02-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:365, 23/1662 PW

Centrale Raad van Beroep, 27-02-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:365, 23/1662 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
27 februari 2024
Datum publicatie
12 maart 2024
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2024:365
Zaaknummer
23/1662 PW

Inhoudsindicatie

Bijzondere bijstand voor thuiskweekinstallatie. Verstrekking van bijzondere bijstand zou indirect bijdragen aan plegen van strafbare feiten.

De verboden van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet zijn onverkort op betrokkene van toepassing zijn nu thuiskweek op grond van die artikelen verboden is en door de burgemeester niet wordt gedoogd. Het opzettelijk verschaffen van middelen met het oog op handelen in strijd met dit verbod, maakt de verschaffer van die middelen in het algemeen medeplichtig aan dat misdrijf. Van het college kan niet worden gevergd dat het door het verschaffen van de financiële middelen hiervoor, indirect bijdraagt aan het plegen van strafbare feiten.

Uitspraak

23/1662 PW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 april 2023, 21/3845 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (dagelijks bestuur)

[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)

Datum uitspraak: 27 februari 2024

SAMENVATTING

Het gaat in deze zaak om de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een thuiskweekinstallatie. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van betrokkene gegrond verklaard. Volgens het dagelijks bestuur is de aanvraag terecht afgewezen. De Raad is het eens met het dagelijks bestuur. Het thuis kweken van (medicinale) cannabis is in strijd met de Opiumwet. Daarom kan van het dagelijks bestuur niet worden gevergd dat het bijzondere bijstand verleent voor de gevraagde kosten. Aan de overige beroepsgronden komt de Raad niet toe. Dit betekent dat het hoger beroep slaagt en dat de uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

PROCESVERLOOP

Met een besluit van 26 november 2020 heeft het dagelijks bestuur het verzoek van betrokkene om bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van een thuiskweekinstallatie voor medicinale cannabis (thuiskweekinstallatie) afgewezen. Betrokkene heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het dagelijks bestuur is met een besluit van 21 april 2021 (bestreden besluit) bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Betrokkene heeft tegen dat besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep gegrond verklaard en bepaald dat het dagelijks bestuur aan betrokkene een bedrag van € 4.833,55 aan bijzondere bijstand verstrekt voor de kosten van de thuiskweekinstallatie.

Het dagelijks bestuur heeft hoger beroep ingesteld. Namens betrokkene heeft mr. B.G.M.C. Peters, advocaat, een verweerschrift ingediend. Partijen hebben nadere stukken ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 24 oktober 2023. Het dagelijks bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door M.A. Haji en J. Burema. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. Peters. Op verzoek van het dagelijks bestuur is dr. J.M. Fleisch, anesthesioloog-pijnspecialist bij het Leids Universitair Medisch Centrum als getuige gehoord.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Betrokkene heeft op 26 oktober 2020 een aanvraag ingediend om bijzondere bijstand voor een thuiskweekinstallatie tot een bedrag van € 4.833,55. Bij zijn aanvraag heeft hij vermeld dat hij lijdt aan veel lichamelijke en psychische klachten, die alleen te bestrijden zijn door middel van het gebruik van zelf gekweekte cannabis. De op recept verkrijgbare medicinale cannabis werkt voor hem onvoldoende. De cannabis die betrokkene gebruikt, wordt gekweekt door vrienden van hem, maar zij hebben te kennen gegeven daarmee te willen stoppen. Betrokkene wil bijzondere bijstand voor de kosten van de kweekinstallatie, zodat hij daarmee zelf de voor hem geschikte cannabisvariant kan kweken.

1.2.

De aanvraag heeft geleid tot de in het procesverloop vermelde besluitvorming. Aan het bestreden besluit heeft het dagelijks bestuur, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. De kosten voor een kweekinstallatie doen zich niet voor. Het zelf kweken van cannabis is op grond van artikel 3 van de Opiumwet verboden. Aan betrokkene is geen ontheffing op grond van de Opiumwet verleend en de burgemeester van Lisse heeft het verzoek van betrokkene om geen gebruik te maken van de bevoegdheid tot handhaving indien betrokkene in zijn woning cannabis zou gaan kweken, afgewezen. Verder is de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor de gevraagde kosten een voorliggende voorziening, zodat ook op grond van artikel 15 van de PW geen bijzondere bijstand kan worden verleend. Daarnaast is er geen sprake van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16 van de PW om bijstand voor de gevraagde kosten te verlenen.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft de aanvraag van betrokkene in beroep alsnog ingewilligd. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak, kort samengevat, het volgende overwogen. Het betoog van betrokkene dat geen sprake is van een voorliggende voorziening, slaagt niet. Voor de kosten van een thuiskweekinstallatie geldt dat de Zvw alsmede de daarop gebaseerde regelgeving in beginsel is aan te merken als een aan de PW voorliggende, toereikende en passende voorziening. Artikel 15, eerste lid, van de PW staat in de weg aan het verstrekken van bijzondere bijstand. Het beroep van betrokkene op artikel 16 van de PW slaagt wel. Uit de door betrokkene overgelegde medische informatie van zijn huisarts en behandelend anesthesioloog-pijnspecialist blijkt dat sprake is van een acute noodsituatie. Niet gebleken is dat de behoeftige omstandigheden van betrokkene op een andere wijze zijn te verhelpen dan door verlening van bijstand. Anders dan het dagelijks bestuur heeft gesteld, doen de kosten zich wel voor. Betrokkene heeft immers verklaard gebruik te gaan maken van de thuiskweekinstallatie indien de bijzondere bijstand aan hem wordt verleend en hij heeft ook een begroting van die kosten ingediend.

Het standpunt van het dagelijks bestuur

3. Het dagelijks bestuur is het met de aangevallen uitspraak niet eens. Het dagelijks bestuur kan niet overgaan tot het verlenen van bijzondere bijstand voor een thuiskweekinstallatie, omdat het op grond van de Opiumwet verboden is om cannabis in de thuissituatie te kweken en aan betrokkene geen ontheffing is verleend. Verder doen de kosten zich niet voor, omdat de burgemeester van Lisse heeft meegedeeld niet bereid te zijn om af te zien van handhaving en betrokkene heeft aangegeven dat hij niet overgaat tot het kweken van cannabis indien hij daarvoor geen toestemming krijgt, omdat hij niet het risico wil lopen zijn woning kwijt te raken. Daarnaast is er volgens het dagelijks bestuur geen sprake van een acute noodsituatie als bedoeld in artikel 16 van de PW, omdat niet gebleken is dat betrokkene is aangewezen op door hemzelf gekweekte cannabis. Het dagelijks bestuur verwijst hiervoor naar de medische rapportage van dr. Fleisch van 5 oktober 2023.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING