Home

Centrale Raad van Beroep, 09-01-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:46, 23/124 WMO15

Centrale Raad van Beroep, 09-01-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:46, 23/124 WMO15

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
9 januari 2025
Datum publicatie
13 januari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2025:46
Zaaknummer
23/124 WMO15

Inhoudsindicatie

Toekenning maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wmo 2015. Het HHM Normenkader 2019, voor zover dat ziet op het resultaat schoon en leefbaar huis, mag worden gebruikt als uitgangspunt bij het bepalen van de omvang van de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp. Dit geldt niet voor het resultaat wasverzorging. Er kan van de herberekende normtijden worden uitgegaan. De Raad ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien door aan appellant, conform de herberekende normtijden, voor de module wasverzorging 41 minuten per week te verstrekken. Wat betreft voor ‘extra inzet’ Schoon en leefbaar huis voorziet de Raad ook zelf.

Uitspraak

23/124 WMO15

Datum uitspraak: 9 januari 2025

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 december 2022, 22/1174 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (college)

SAMENVATTING

Deze zaak gaat over de omvang van een aan appellant verstrekte maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wmo 2015. Appellant stelt terecht dat de omvang van de verstrekte maatwerkvoorziening niet juist is. De Raad voorziet voor het onderdeel wasverzorging zelf in de zaak op basis van door bureau HHM herberekende normtijden, gebaseerd op meer empirisch onderzoek. Deze herberekende normtijden steunen naar het oordeel van de Raad op deugdelijk onderzoek, verricht door onafhankelijke, geen belang bij de uitkomst hebbende, derden. Deze mogen dan ook als uitgangspunt worden gebruikt bij het bepalen van de omvang van het resultaat wasverzorging. Daarnaast verstrekt de Raad extra tijd voor schoonmaken.

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J.L.A.M. van Os, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift en een nader stuk ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 8 juli 2024. Appellant is niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.C.J.P. Melsen, vergezeld door drs. M. Wolves, werkzaam bij Bureau HHM.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellant, geboren in 1960, ondervindt beperkingen bij het verrichten van huishoudelijke taken. Hij had tot 10 oktober 2021 op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) aanspraak op huishoudelijke ondersteuning door middel van de algemene voorziening ‘Hulp aan Huis’ (3 uur per week) en een maatwerkvoorziening ‘Hulp aan Huis’ (3 uur per week).

1.2.

Met ingang van 1 januari 2020 heeft de gemeente Tilburg haar beleid gewijzigd. De algemene voorziening ‘Hulp aan Huis’ is komen te vervallen. Huishoudelijke ondersteuning wordt in plaats daarvan (alleen) verstrekt in de vorm van een maatwerkvoorziening ‘Hulp bij het Huishouden’ op grond van de Wmo 2015. In het nieuwe beleid is een normenkader vastgelegd voor de omvang van de maatwerkvoorziening.

1.3.

Omdat zijn voorziening afliep, heeft appellant zich gemeld bij het college. Na een herbeoordeling van de situatie van appellant heeft het college met een besluit van 8 oktober 2021 hem voor de periode van 11 oktober 2021 tot en met 30 september 2026 een maatwerkvoorziening voor ondersteuning bij het huishouden verstrekt voor 185 minuten per week in de vorm van zorg in natura. De maatwerkvoorziening bestaat uit de basismodule schoon en leefbaar huis van 125 minuten per week, 10 minuten per week extra voor het schoonmaken van twee niet als zodanig in gebruik zijnde slaapkamers, 15 minuten per week extra voor het extra schoonmaken van het toilet en de module wasverzorging van 35 minuten per week. Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

1.4.

Met een besluit van 20 januari 2022 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en de verstrekte maatwerkvoorziening voor ondersteuning bij het huishouden uitgebreid naar 215 minuten per week. De maatwerkvoorziening is aangevuld met 30 minuten per week voor het extra schoonmaken van de vloer. Daarbij heeft het college een vergoeding toegekend voor de kosten in bezwaar.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten.

Het standpunt van appellant

3. Appellant is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Wat appellant daartegen heeft aangevoerd wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels