Home

Gerechtshof Amsterdam, 20-07-2007, BH3168, 23-004207-07

Gerechtshof Amsterdam, 20-07-2007, BH3168, 23-004207-07

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
20 juli 2007
Datum publicatie
17 februari 2009
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2007:BH3168
Formele relaties
Zaaknummer
23-004207-07

Inhoudsindicatie

Gepubliceerd naar aanleiding van conclusie van AG Knigge bij de HR (LJN BH3081) waarin onder meer wordt ingegaan op het vierde cassatiemiddel dat er over klaagt dat het hof in strijd met het recht op een eerlijk proces als bedoeld in art. 6 EVRM voor het bewijs van het onder 2 bewezenverklaarde feit gebruik heeft gemaakt van een verklaring die de verdachte tegenover de politie aflegde zonder dat uit het dossier blijkt dat verdachte erop is gewezen dat hij het recht heeft zich bij of voorafgaand aan het verhoor te verstaan met een advocaat.

Uitspraak

parketnummers 14-810253-07, 14-810213-07 en 14-810618-05 (TUL)

parketnummer 23-004207-07

datum vonnis eerste aanleg 20 juni 2007

G E R E C H T S H O F T E A M S T E R D A M

PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, enkelvoudige strafkamer, op 20 juni 2008.

Tegenwoordig:

mr. R. Veldhuisen raadsheer,

en mr. W. van Vliet griffier.

Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. L. Bonsel, advocaat-generaal.

De raadsheer doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroe¬pen.

De verdachte,

[verdachte],

geboren te [plaats] op [datum],

GBA-adres: [adres],

is niet verschenen.

Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. E. Boskma, advocaat te Alkmaar, die desgevraagd verklaart door de verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd als advocaat de verdachte te verdedigen.

De advocaat-generaal legt over een formulier waaruit blijkt dat drie dagen voor de terechtzitting van heden en heden door middel van geautomatiseerde informatie¬systemen (VIP) is gecontroleerd of verdachte in een Nederlandse peniten¬tiaire inrichting verbleef, hetgeen niet het geval bleek te zijn. Bij het dagvaarden in hoger beroep zat de verdachte gedetineerd in de PI Rijnmond – Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel, alwaar de dagvaarding in hoger beroep aan de verdachte in persoon is betekend.

De advocaat-generaal draagt de zaak voor.

De raadsman van de verdachte, die hoger beroep heeft ingesteld, wordt onmiddellijk na de voordracht van de advocaat-generaal in de gelegenheid gesteld mondeling zijn bezwaren tegen het vonnis op te geven.

Hij zegt dat zijn cliënt van mening is ten onrechte te zijn veroordeeld. Hij geeft te kennen dat het hoger beroep niet is gericht tegen de door de politierechter gegeven vrijspraak.

De raadsheer deelt mondeling mede de korte inhoud van de stukken van het dossier in deze strafzaak, waaron¬der:

- een de verdachte betreffen¬d Uittreksel Justitiële Documentatie van 6 juni 2008.

Ten aanzien van parketnummer 14-810253-07, feit 1 subsidiair:

A

- een proces-verbaal met nummer PLlOHW/07-189134 gedateerd 12 juni 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [naam].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 juni 2007 tegenover verbalisant [naam]voornoemd afgelegde verklaring van aangever [aangever] (blz. 24 en 25):

Ik doe aangifte van diefstal en verklaar u het volgende. Ik doe aangifte namens mijn zoon Lennart Rotteveel en heb daarvoor zijn toestemming. Op 11 juni 2007 heeft mijn zoon zijn fiets, merk Union, type Savoy, kleur blauw, bij het station te Heerhugowaard neergezet. De fiets stond afgesloten middels een axaslot. Toen hij terug kwam stond zijn fiets er niet meer.

- een proces-verbaal met nummer PLlOHWl07-189134 gedateerd 15 juni 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [naam].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 juni 2007 tegenover verbalisant [naam] voornoemd afgelegde verklaring van de getuige Orsele Wouda (blz. 9 en 10):

Op 11 juni 2007 omstreeks 18.10 uur werd ik gebeld door [T]. Hij vertelde dat er een jongen aankwam met vermoedelijk gestolen fietsen. Korte tijd later belde de jongen bij mijn woning aan. Mijn vrouw waarschuwde mij en ik heb de politie gebeld. Die jongen vroeg aan mij of ik de fietsen wilde kopen. Hij wilde 25 Euro per stuk hebben. Van de Batavus was het slot verbroken. In de andere fiets, een Union, zat nog een sleutel. Na een proefrit zei ik dat ik de fietsen te duur vond. Toen vroeg hij 25 Euro voor beide fietsen. Ik zei tegen hem dat ik dat niet wilde en toen vroeg hij 10 Euro per stuk. Uiteindelijk kwam de politie en die hebben hem aangehouden.

- een proces-verbaal met nummer PL10HW107-014385 gedateerd 18 juni 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [naam].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als het relaas van verbalisant [naam]voornoemd (blz. 3 t/m 5);

Op 11 juni 2007 deed [W] via de regionale meldkamer melding van het feit dat bij hem een persoon was die hem twee fietsen, welke vermoedelijk van diefstal afkomstig waren, voor elk 10 Euro aanbood. Door de ter plaatse gekomen [namen], beiden hoofdagent van politie, werd de nader te noemen verdachte [verdachte]l ter plaatse als verdachte van heling aangehouden.

De door de verdachte [verdachte] aangeboden fietsen betroffen een Batavus, type Adagio en een Union, type Savoy. Deze werden inbeslaggenomen.

- een proces-verbaal van 14 juni 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door mr. Ph. Burgers, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te Alkmaar.

Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 14 juni 2007 tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van de verdachte:

Ik heb op 11 juni 2007 in Heerhugowaard voor iemand bemiddeld om twee fietsen aan [W] te verkopen. Dat is fout geweest. Ik had wel eens vaker fietsen aan [W] verkocht. Ik wil niet de naam noemen van degene voor wie ik bemiddel. Ik wil geen problemen krijgen. Ik heb de fietsen niet zelf gestolen. Ik moest eerst kijken of [W] interesse had. Ik wist niet dat ze gestolen waren maar achteraf gezien had ik wel beter moeten weten.

Ten aanzien van parketnummer 14-810213-07, feit 1 subsidiair:

B

- een proces-verbaal met nummer LJN PL1400/07-009391 gedateerd 9 februari 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [naam].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 februari 2007 tegenover verbalisant [naam]voornoemd afgelegde verklaring van aangever Robert Petrus Lemmers (blz. 7 t/m 9):

Ik doe aangifte van diefstal. Op 3 februari 2007 tussen 13.00 uur en 19.00 uur heeft een onbekende diefstal gepleegd van mijn step, merk Kickbike, type Xcountry. Ik zag slechts een doorgeknipt slot tussen de fietsenstalling liggen, waar ik eerder op de dag mijn step afgesloten aan de stalling heb achtergelaten.

- een proces-verbaal met nummer LJN PL1400/07-009391 gedateerd 12 maart 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [naam].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 maart 2007 tegenover verbalisant [naam] voornoemd afgelegde verklaring van de getuige [B] (blz. l3 t/m 15):

Ik ben verkoop- en inkoopmedewerker bij Used Products. U toont mij een foto van een step. Ik herken deze step. Deze step heb ik op 3 februari 2007 ingekocht van een meneer. Ik weet nog dat deze meneer [naam] als achternaam heeft.

- een proces-verbaal met nummer PL10001/07 gedateerd 9 mei 2007, inde wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [naam].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 mei 2007 tegenover verbalisant [naam]voornoemd afgelegde verklaring van verdachte (blz. 33 en 34):

Ik ben inderdaad op 3 februari 2007 bij Used Products in Hilversum geweest. Ik werd aangesproken door een man in een steeg vlak naast het pand van Used Products. Die vertelde mij dat hij zijn legitimatie was vergeten en dat hij een step bij zich had die hij aan Used Products wilde verkopen. Die man, wiens naam ik niet weet, vroeg of ik de step bij Used Products wilde verkopen. Ik ben vervolgens met de step van die man naar Used Products gegaan en heb de step daar verkocht. Ik meen dat ik voor de step 15 Euro heb ontvangen.

De advocaat-generaal voert het woord, leest zijn vordering voor en legt die aan het hof over. Hij vordert een gevangenisstraf voor de duur van één maand onvoorwaardelijk en vordert dat de tenuitvoerlegging wordt gelast van de niet tenuitvoergelegde gevangenisstraf voor de duur van honderd dagen in de zaak met parketnummer 14-810618-05.

De raadsman van de verdachte voert het woord tot verdediging.

Aan de raadsman wordt het recht gelaten het laatst te spreken.

De raadsheer verklaart het onderzoek gesloten en deelt mee terstond mondeling arrest te zullen wijzen.

De raadsheer spreekt het arrest uit ter openba¬re terechtzit¬ting.

AANTEKENING VAN HET MONDELING ARREST

1. Ontvankelijkheid van het hoger beroep van de verdachte

Blijkens de akte rechtsmiddel is namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen het eindvonnis van 20 juni 2007 van de politierechter in de rechtbank Alkmaar. Voor zover het hoger beroep is gericht tegen het onder twee tenlastegelegde van parketnummer 14-810213-07, is de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep nu de verdachte door voornoemde politierechter is vrijgesproken van dit feit.

2. Beslissing omtrent het vonnis waartegen hoger beroep is ingesteld

Vernietiging van het vonnis waarvan beroep, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge 378a van het Wetboek van Strafvordering.

3. Inhoud van de tenlastelegging

Overeenkomstig de inleidende dagvaarding.

4. Alle gebezigde bewijsmiddelen en andere gronden voor de bewezenverklaring

De inhoud van:

-de hiervoor onder A vermelde processen-verbaal, voorzover weerge¬geven,

-de hiervoor onder B vermelde processen-verbaal, voorzover weerge¬geven,

De in voormelde bewijsmiddelen opgenoemde feiten en omstandigheden leveren de redengevende feiten en omstandigheden op, waarop de beslissing van het hof steunt, dat het tenlastegelegde en de hierna bewezenverklaarde feiten door verdachte zijn begaan.

De hiervoor vermelde bewijsmiddelen zijn – ook in hun onderdelen – telkens gebezigd tot het bewijs van de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van het bewezengeachte feit in de zaak met parketnummer 14-810253-07 overweegt het hof dat uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen volgt, dat de verdachte in het bezit is geweest van een fiets die eerder die dag is gestolen en dat de verdachte die fiets diezelfde dag tegen een lage verkoopprijs van de hand probeert te doen. Voorts heeft de verdachte over de herkomst van de fiets bij de politie niet willen verklaren en op 14 juni 2007 bij de rechter-commissaris een niet-verifieerbare verklaring afgelegd. Op grond van het hetgeen hiervoor is overwogen moet het er naar het oordeel van het hof voor worden gehouden dat de verdachte wetenschap heeft gehad omtrent de misdadige herkomst van de fiets.

Ter terechtzitting heeft de raadsman betoogd dat de verdachte niet wist dat de step, merk Kick, van misdrijf afkomstig was nu de verdachte heeft verklaard de step te hebben verkocht voor een hem onbekende man aan de winkel ‘Used Products’ in Hilversum, alwaar hij de onbekende man was tegengekomen. De raadsman stelt dat vrijspraak voor voornoemde feit dient te volgen.

Het hof overweegt als volgt. Op 3 februari 2007 is aangifte gedaan door de rechthebbende van diefstal van de step. De verdachte heeft verklaard, zowel bij de politie als op de terechtzitting bij de politierechter, een voor hem onbekende man te hebben ontmoet bij de winkel ‘Used Products’ te Hilversum, die aan de verdachte verzocht de step te willen verkopen. Voorts heeft de verdachte verklaard bij de politierechter dat de voor hem onbekende man geen minimale prijs wilde ontvangen voor de step; de verdachte moest maar zien of hij iets voor de step kon krijgen. Naar het oordeel van het hof kan uit deze feiten en omstandigheden worden afgeleid dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de misdadige herkomst van de step.

5. De bewezenverklaring

Parketnummer 14-810253-07, feit 1 subsidiair:

1. hij op 11 juni 2007 te Heerhugowaard, een fiets (merk Union, type Savoy) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Parketnummer 14-810213-07, feit 1 subsidiair:

2. hij op 3 februari 2007 te Hilversum, een step, merk Kick, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van de step wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

6. Kwalificatie

Telkens opzetheling.

7. Toegepaste artikelen

De op te leggen straffen zijn gebaseerd op de artikelen 57, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

8. Beslissing omtrent de strafbaarheid van het feit en van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaar¬heid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

9. Opgelegde straffen

Het hof:

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.

Deze strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het feit, mede gelet op de persoon van de verdachte, zijn draagkracht en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.

Het hof heeft bij de strafoplegging in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een fiets en een step. Het helen van goederen houdt de afzetmarkt voor gestolen goederen in stand. Voorts heeft het hof bij de strafoplegging het Uittreksel Justitiële Documentatie van 6 juni 2008 van de verdachte en de opgemaakte rapportages van De Brijder Verslavingsreclassering van het arrondissement Alkmaar van 9 mei 2007 en 19 april 2007 over de persoon van de verdachte in beschouwing genomen. De verdachte is meermalen ter zake van heling veroordeeld en blijkens de rapportages is behandeling door toedoen van de verdachte nimmer vruchtbaar afgerond.

Al het vorenstaande overwegende, acht het hof oplegging van de hierboven vermelde straffen passend en geboden.

10. Bijkomende be¬slissin¬gen

Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, primair en subsidiair, tenlastegelegde van parketnummer 14-810253-07 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voorzover gericht tegen het onder 2 tenlastegelegde van parketnummer 14-810213-07.

Gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Alkmaar van 1 september 2006, met parketnummer 14-810618-05, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 50 (vijftig) dagen.

Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raads¬heer en de griffier is vastgesteld en onder¬te¬kend.