Gerechtshof Amsterdam, 21-07-2009, BO9813, 106.007.193-01
Gerechtshof Amsterdam, 21-07-2009, BO9813, 106.007.193-01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 21 juli 2009
- Datum publicatie
- 5 januari 2011
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2009:BO9813
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BW5695, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BW5695
- Zaaknummer
- 106.007.193-01
Inhoudsindicatie
Ontslag op staande voet geesteszieke werknemer. Geen dringende reden. Beperkende werking redelijkheid en billijkheid i.v.m. vervaltermijn art. 9 BBA.
zie ook het eindarrest LJN BO4969
Uitspraak
zaaknummer 106.007.193/01
rolnummer 1101/2007
21 juli 2009
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ZESDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[ APPELLANT ],
wonende te [ A ],
APPELLANT,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. A. van Hees te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna respectievelijk [ Appellant ] en ABN AMRO genoemd.
Bij dagvaarding van 10 juli 2007 is [ Appellant ] in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 2 mei 2007, in deze zaak onder num¬mer CV 2006-17546 gewezen tussen hem als eiser en ABN AMRO als gedaagde.
[ Appellant ] heeft van grieven gediend en bewijs aangeboden, met conclusie, kort gezegd, dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zijn vorderingen zal toewijzen, met veroordeling van ABN AMRO in de kosten van het geding in beide instanties.
ABN AMRO heeft daarop geantwoord en bewijs aangeboden, met conclu¬sie dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen, met veroordeling van [ Appellant ] in de kosten van het geding in hoger beroep.
Ten slotte hebben partijen aan het hof verzocht arrest te wijzen op de stukken van beide instanties.
2. Grieven
[ Appellant ] heeft tien grieven aangevoerd, waarvoor wordt verwezen naar de memo¬rie van grieven.
3. Beoordeling
Het hof ziet aanleiding in deze zaak een comparitie van partijen te gelasten voor het verkrijgen van inlichtingen. De behandeling van de grieven zal worden aangehouden. Het hof acht het gewenst dat ter comparitie tevens aanwezig zijn voor het verstrekken van inlichtingen:
mevrouw [ naam moeder ] (moeder van [ Appellant ])
de heer [ naam vader ](vader van [ Appellant ])
de heer [ naam ] (destijds leidinggevende van [ Appellant ])
mevrouw mr. [ naam ] (destijds werkzaam bij de afdeling Labour Affairs).
Het hof verzoekt partijen ervoor zorg te dragen dat de genoemde personen ter comparitie aanwezig zullen zijn. De comparitie zal tevens dienstbaar worden gemaakt om de mogelijkheden tot een schikking te onderzoeken.
4. Beslissing
Het hof:
beveelt een comparitie van partijen ten overstaan van onderstaande kamer van het hof in het Paleis van Justitie aan de Prinsengracht 436 te Amsterdam op een nader te bepalen dag en uur, waarbij partijen in persoon respectievelijk deugdelijk vertegenwoordigd dienen te verschijnen, bijgestaan door hun raadslieden en vergezeld van de hiervoor genoemde personen;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 25 augustus 2009 voor opgave door de advocaat van [ Appellant ] van verhinderdata van alle betrokkenen in de periode september t/m december 2009;
bepaalt dat partijen stukken waarvan zij zich ter comparitie willen bedienen twee weken tevoren zullen toesturen aan het hof, met afschrift aan de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.F. Thiessen, J.E. Molenaar en C.H.M. van Altena, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2009.