Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-06-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3692, 200.137.443/01

Gerechtshof Amsterdam, 17-06-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3692, 200.137.443/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
17 juni 2014
Datum publicatie
8 september 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:3692
Formele relaties
Zaaknummer
200.137.443/01
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 1 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 377a

Inhoudsindicatie

Nauwe persoonlijke betrekking tussen kind en donor.

Uitspraak

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Uitspraak: 17 juni 2014

Zaaknummer: 200.137.443/01

Zaaknummer eerste aanleg: C/15/201913/FA RK 13-1138

in de zaak in hoger beroep van:

[…],

wonende te […],

appellant,

advocaat: mr. M.H. Vaandrager te Utrecht,

tegen

1 […],

wonende te […],

geïntimeerde sub 1,

2. […],

wonende te […],

geïntimeerde sub 2,

advocaat: mr. S. van Andel te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

1.1.

Appellant wordt hierna de man genoemd. Geïntimeerden sub 1 en 2 worden hierna afzonderlijk respectievelijk de biologische moeder en de adoptiemoeder, en gezamenlijk de moeders genoemd.

1.2.

De man is op 20 november 2013 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 28 augustus 2013 van de rechtbank Noord-Holland, met kenmerk C/15/201913/FA RK 13-1138.

1.3.

De man heeft op 4 december 2013 het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg ingediend.

1.4.

De moeders hebben op 30 december 2013 een verweerschrift ingediend.

1.5.

De man heeft op 20 februari 2014 een nader stuk ingediend.

1.6.

De moeders hebben op 24 februari 2014 nadere stukken ingediend.

1.7.

De zaak is op 3 maart 2014 ter terechtzitting behandeld.

1.8.

Ter terechtzitting zijn verschenen:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- de moeders, bijgestaan door hun advocaat;

- mevrouw V.A.S. Regout, vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Noord-Holland, locatie Haarlem (hierna: de Raad).

2 De feiten

2.1.

De moeders zijn sinds 2005 geregistreerd partners. In verband met hun kinderwens hebben zij een advertentie geplaatst om in contact te komen met een spermadonor. De man heeft daarop gereageerd. Het contact tussen partijen heeft erin geresulteerd dat de biologische moeder en de man op 8 maart 2006 een donorovereenkomst hebben gesloten, welke overeenkomst ook door de adoptiemoeder is ondertekend.

2.2.

Uit de biologische moeder is geboren […] (hierna: [de minderjarige]) [in] 2008. De zwangerschap is tot stand gekomen door kunstmatige zelfinseminatie met zaad van de man.

2.3.

[de minderjarige] is krachtens de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 april 2009 geadopteerd door de adoptiemoeder, met toestemming van de man. Die beschikking is ingeschreven in de daartoe bestemde registers. De moeders oefenen gezamenlijk het gezag uit over [de minderjarige]. [de minderjarige] verblijft bij de moeders.

2.4.

De man heeft eerder, te weten op 6 april 2010, een verzoekschrift bij de rechtbank Haarlem ingediend tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en [de minderjarige] en van een informatieregeling. Dit heeft ertoe geleid dat partijen een mediator hebben ingeschakeld. De mediation heeft erin geresulteerd dat partijen eind 2010 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, waarbij de bezoekdata tussen de moeders en de man in de jaren 2011 en 2012 zijn overeengekomen. De vaststellingsovereenkomst maakt deel uit van de beschikking van de rechtbank Haarlem van 25 januari 2011.

3 Het geschil in hoger beroep

4 Beoordeling van het hoger beroep

5 Beslissing