Home

Gerechtshof Amsterdam, 10-10-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4313, 16/00456

Gerechtshof Amsterdam, 10-10-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4313, 16/00456

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
10 oktober 2017
Datum publicatie
31 oktober 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:4313
Zaaknummer
16/00456

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. Geen sprake van laden en lossen. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

Uitspraak

Kenmerk 16/00456

10 oktober 2017

uitspraak van de tiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr.drs. J.M.C. Niederer,),

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AMS 16/1796 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar,

(gemachtigde: mr. N.M. Kell).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft op 10 juni 2015 aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting (verder de Naheffingsaanslag) opgelegd.

1.2.

Na tegen de naheffingsaanslag gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 9 maart 2016, het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld. Bij uitspraak van 4 oktober 2016 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 20 oktober 2016. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 5 januari 2017 heeft het Hof van de heffingsambtenaar een ‘aanvulling op het verweerschrift’ (met bijlagen) ontvangen. Een kopie hiervan is op 11 januari 2017 naar belanghebbende gestuurd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 augustus 2017. Daarbij is verschenen mr. Kell voornoemd. Van de zijde van belanghebbende is niemand verschenen. Belanghebbendes gemachtigde is voor de zitting uitgenodigd bij aangetekende brief, met dagtekening 22 juni 2017 verzonden naar zijn adres [straat en plaats] [adres] ). Blijkens gegevens van PostNL (‘Track & Trace’) is de brief op 24 juni 2017 bezorgd op het adres van belanghebbendes gemachtigde en is voor de ontvangst getekend.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak - waarin belanghebbende en de heffingsambtenaar telkens zijn aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’ - de navolgende feiten vastgesteld:

2. Op 7 juni 2015 omstreeks 15:44 uur stond de auto van eiser, met kenteken [kenteken] (Hof verder: de Auto), geparkeerd op de locatie [straat] te [plaats] ter hoogte van huisnummer [nummer] (Hof: verder de Locatie). Bij controle heeft een parkeercontroleur van de gemeente Amsterdam geconstateerd dat voor de auto geen geldig parkeerbewijs was geregistreerd. De parkeercontroleur heeft daarom de naheffingsaanslag opgelegd ter hoogte van € 58,90. De nageheven bedragen bestaan uit € 4,- parkeerbelasting en € 54,90 kosten van de naheffingsaanslag.

2.2.

Het Hof zal ook van bovenstaande feiten uitgaan; zij het met inachtneming van de volgende verbeteringen:

  1. In de door de rechtbank vastgestelde feiten zal het Hof ‘geparkeerd’ schrappen. Of er sprake was van ‘parkeren’ was immers in geschil.

  2. Niet de parkeercontroleur (op 7 juni 2015), maar de heffingsambtenaar heeft (op 10 juni 2015) de Naheffingsaanslag opgelegd.

2.3.

Het Hof voegt daar de volgende feiten aan toe:

2.3.1.

De controle op het betalen van parkeerbelasting werd uitgevoerd met behulp van een door de Gemeente ingehuurd bedrijf, te weten Cition, dat door middel van een “scanauto” de kentekens van stilstaande auto’s scant. Indien vervolgens bleek dat er geen parkeervergunning was afgegeven voor de stilstaande auto en dat er voor deze auto ook geen parkeerbelasting op aangifte was voldaan, werd een ‘controleur’ gevraagd de situatie ter plekke te beoordelen (hierna: de nacontrole). Op basis van de aldus verworven informatie besliste de heffingsambtenaar wel of geen naheffingsaanslag parkeerbelasting op te leggen.

2.3.2.

Van de zijde van de heffingsambtenaar is bij het verweerschrift in eerste aanleg een ‘scanoverzicht’ overgelegd. Dat overzicht bevat de volgende gegevens:

“Scanned

2015 jun 7 - 15:44:04

Confidence

(…)

Parked

Y

Process status

Gereed

Permit satatus

NHA

Message

(…)

Scan car

(…)

GPS valid

Y

GPS

[coördinaten]

Address

[straat] (P)

From

To

15:44:04 Initieel

15:44:24 Gescand

15:44:24 Gescand

15:49:05 Verdacht

15:49:05 Verdacht

15:50:04 Wacht op handhaver

15:50:04 Wacht op handhaver

15:51:09 Controle door handhaver

15:51:09 Controle door handhaver

15:51:29 Gereed”

2.3.3.

Door de heffingsambtenaar is in hoger beroep een nader stuk (met bijlagen) ingezonden (zie 1.5). Tot de bijlage behoort een foto waarop het kenteken van de Auto is te zien. Onder de foto’s staan gegevens betreffende de Naheffingsaanslag, alsmede gegevens met betrekking tot de Auto (onder andere kenteken, merk, kleur en type).

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de Naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de volgende vragen:

  1. Stond de Auto deels op een plek waar parkeren ingevolge een wettelijk voorschrift verboden was (zoals belanghebbende stelt en de heffingsambtenaar betwist)? en/of

  2. Was belanghebbende ten tijde van de nacontrole aan het onmiddellijk laden of lossen van zaken als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2016 van de gemeente Amsterdam (hierna de Verordening).

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing