Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-12-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:10090, 200.134.049-01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-12-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:10090, 200.134.049-01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 december 2013
Datum publicatie
13 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:10090
Zaaknummer
200.134.049-01

Inhoudsindicatie

Ondertoezichtstelling. Moeder niet-ontvankelijk in haar hoger beroep. Zij heeft niet (mede) het gezag.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.134.049/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/126851/FJ RK 13-471)

beschikking van de familiekamer van 20 december 2013

inzake

[appellante] ,

wonende te [woonplaats],

appellante,

verder te noemen: de moeder,

advocaat: mr. R.F.P. Scheele, kantoorhoudend te Capelle aan den IJssel,

tegen

Bureau Jeugdzorg Friesland,

kantoorhoudend te Leeuwarden,

verder te noemen: BJZ,

geïntimeerde.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats],

hierna te noemen: de vader,

advocaat mr. G. van Mastrigt, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 2 juli 2013, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 19 september 2013, is de moeder in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De moeder verzoekt het hof die beschikking te vernietigen.

2.2

Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 28 oktober 2013, heeft BJZ het verzoek in hoger beroep van de moeder bestreden.

2.3

Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 28 oktober 2013, heeft de vader het verzoek in hoger beroep van de moeder bestreden.

2.4

Ter griffie van het hof zijn binnengekomen:

- op 11 oktober 2013 een brief van 10 oktober 2013 van de Raad voor de Kinderbescherming;

- op 5 november 2013 een brief van 31 oktober 2013 van BJZ met bijlage;

- op 6 november 2013 een brief van 4 november 2013 met bijlagen en op 11 november 2013 een brief van 6 november 2013 met bijlagen van mr. Scheele;

- een proces-verbaal van de zitting van 28 juni 2013.

2.5

De mondelinge behandeling heeft op 15 november 2013 plaatsgevonden. Verschenen zijn de moeder, bijgestaan door haar advocaat, namens BJZ mevrouw mr. S. Polak en de heer M.T.J.M. Schoone. Voorts is de vader verschenen, in bijzijn van zijn advocaat. BJZ heeft het woord gevoerd aan de hand van een pleitnotitie.

3 De vaststaande feiten

3.1

Uit het huwelijk van de ouders zijn geboren:

- [minderjarige 1], [in 2003] en

- [minderjarige 2], [in 2007].

3.2

De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de vader. Bij beschikking van dit hof van 28 februari 2013 is de vader belast met het eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2].

3.3

Reeds bij beschikking van de kinderrechter van 3 juli 2009 zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld. Deze ondertoezichtstelling is sindsdien steeds verlengd, laatstelijk bij beschikking van de kinderrechter van 2 juli 2013. De moeder heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld.

4 De ontvankelijkheid

5 Slotsom

6 De beslissing