Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4028, 200.122.936
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4028, 200.122.936
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 6 juni 2013
- Datum publicatie
- 17 september 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:4028
- Zaaknummer
- 200.122.936
Inhoudsindicatie
Verzoek tot (verlenging) uithuisplaatsing; ontvankelijkheid, belanghebbenden.
Uitspraak
locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.122.936
(zaaknummer rechtbank Utrecht 333096)
beschikking van de familiekamer van 6 juni 2013
inzake
[appellant] ,
wonende te [woonplaats],verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. E. Schoneveld te Amsterdam,
en
Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht, gevestigd te Utrecht,
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de stichting.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[belanghebbende] ,
wonende te Utrecht,
verder te noemen: de moeder,
niet verschenen.
1.Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Utrecht van 3 december 2012, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, ingekomen op 1 maart 2013;
- het verweerschrift van de stichting, ingekomen op 26 maart 2013;
- een faxbericht van de stichting van 17 april 2013 met een bijlage, ingekomen op dezelfde datum.
De mondelinge behandeling heeft op 26 april 2013 plaatsgevonden. Namens de vader is zijn advocaat verschenen. Namens de stichting is L. Rietveld, gezinsvoogd, verschenen.De moeder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Namens de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de raad) is met kennisgeving vooraf niemand verschenen.
3 De vaststaande feiten
Uit de relatie van de vader en de moeder is op [geboortedatum] 2012 [minderjarige] (verder: [kind]) geboren. De moeder is alleen belast met het gezag over [kind].
Bij beschikking van 6 september 2012 heeft de kinderrechter in de rechtbank Utrecht op verzoek van de raad [kind] voorlopig onder toezicht gesteld van de stichting.
Bij beschikking van 31 oktober 2012 heeft de kinderrechter [kind] onder toezicht gesteld van de stichting tot 5 december 2012, welke termijn laatstelijk is verlengd bij beschikking van 5 december 2012 tot 3 december 2013.
De stichting heeft op 15 november 2012 een indicatiebesluit genomen als bedoeld in artikel 6 lid 1 van de Wet op de jeugdzorg.
Bij beschikking van 31 oktober 2012 heeft de kinderrechter de stichting gemachtigd [kind] uit huis te plaatsen in een voorziening voor verblijf pleegouders 24 uurs met ingang van 16 november 2012 tot 5 december 2012.
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank Utrecht op 22 november 2012, heeft de stichting verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing gedurende dag en nacht te verlengen met ingang van 5 december 2012 voor een termijn van een jaar.
Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking heeft de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind] in een voorziening voor verblijf pleegouder 24 uurs, zoals bedoeld in het indicatiebesluit van 15 november 2012 met kenmerk[kenmerk], met ingang van 5 december 2012 tot 3 december 2013 verlengd.
[kind] heeft tot 5 september 2012 samen met de moeder bij grootmoeder (moederszijde) gewoond. Op 5 september 2012 is [kind] samen met de moeder in de vrouwenopvang [A] geplaatst. Met ingang van 19 oktober 2012 is [kind] geplaatst bij grootouders (vaderszijde). [kind] is van 17 december 2012 tot 19 januari 2013 in een neutraal pleeggezin geplaatst, waarna hij weer is teruggeplaatst bij grootouders (vaderszijde), bij wie hij sedertdien verblijft.