Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7210, CR 200.125.668-01 26-9-2013
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7210, CR 200.125.668-01 26-9-2013
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 september 2013
- Datum publicatie
- 3 oktober 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:7210
- Zaaknummer
- CR 200.125.668-01 26-9-2013
Inhoudsindicatie
Ontheffing van het gezag. Vader wordt niet als belanghebbende aangemerkt.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.125.668/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/122863/FA RK 12-1643)
beschikking van de familiekamer van 26 september 2013
inzake
[appellante],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. A. Kauling-Leeftink, kantoorhoudend te Oosterwolde,
tegen
de Raad voor de Kinderbescherming regio Noord Nederland, locatie Leeuwarden,
kantoorhoudende te Leeuwarden,
verder te noemen: de raad,
verweerster in hoger beroep.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
1 [de pleegmoeder],
wonende op een geheim adres,
hierna te noemen: de pleegmoeder/oma van [kind],
2. William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
kantoorhoudende te Diemen,
hierna te noemen: WSJ.
1 Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 16 januari 2013, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2 Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 15 april 2013, is de moeder in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De moeder verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en het gezag van de moeder over [kind] te herstellen.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 6 mei 2013, heeft de raad het verzoek in hoger beroep van de moeder bestreden en geconcludeerd tot afwijzing ervan met bekrachtiging van de bestreden beschikking.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 31 mei 2013, heeft ook WSJ het verzoek van de moeder in hoger beroep bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van de bestreden beschikking.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken waaronder de brief met bijlagen van mr. Kauling-Leeftink van 29 april 2013, ingekomen op 1 mei 2013.
De zaak is behandeld ter zitting van het hof van 29 augustus 2013. Verschenen zijn:- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en vergezeld van dhr. [medewerker ] (begeleider werkzaam bij 'Connecting Hands');- mw. [namens de raad] namens de raad;- de heer [gezinsvoogd] (gezinsvoogd) en mw. [namens WSJ] namens WSJ; en- mr. Rouwé-Danes namens de vader, dhr. [de vader], van de hierna genoemde [kind].