Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-12-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:9739, ks 21-005932-13
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-12-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:9739, ks 21-005932-13
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 19 december 2013
- Datum publicatie
- 19 december 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:9739
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:932, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- ks 21-005932-13
Inhoudsindicatie
Grensrechterzaak Almere
Veroordeling van 16 jarige verdachte wegens het medeplegen van doodslag en openlijk geweld op grensrechter Nieuwenhuizen op 2 december 2012 te Almere, tot 24 maanden jeugddetentie waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met bijzondere voorwaarde. Dadelijke uitvoerbaarheid.
Oplegging van gedragsbeïnvloedende maatregel voor de duur van een jaar
Gevoerde betrouwbaarheidsverweren verworpen.
Overwegingen bewijs van medeplegen, bewuste samenwerking en opzet op doodslag.
Causaliteitsvraag: overwegingen toerekening naar redelijkheid; bewijs van causaliteit.
Strafmotivering: verdachte heeft de grensrechter tegen het hoofd geschopt.
Verdachte heeft in zijn verklaringen een zekere mate van openheid betracht, waardoor nabestaanden een (iets) beter beeld hebben kunnen krijgen over de gang van zaken voorafgaand en tijdens het gewelddadige incident.
Naast jeugddetentie tevens gedeeltelijke toewijzing vorderingen benadeelde partijen.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005932-13
Uitspraak d.d.: 19 december 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juni 2013 met parketnummer 07-661063-12 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1996],
wonende [adres] [woonplaats],
thans verblijvende in [verblijfplaats].
1 Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
2 Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 13 augustus 2013, 26 augustus 2013 (uitspraak tussenarrest), 19 november 2013, 22 november 2013, 27 november 2013, 29 november 2013 en 5 december 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde tot een jeugddetentie voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde het verlenen van medewerking aan de maatregel Hulp en Steun. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat een gedrag beïnvloedende maatregel, conform het advies van de Raad voor de kinderbescherming d.d. 5 november 2013, voor de duur van 1 jaar zal worden opgelegd. De advocaat-generaal heeft daarbij de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarde en de gedrag beïnvloedende maatregel gevorderd.
Ten aanzien van de benadeelde partijen heeft de advocaat-generaal gevorderd, dat:
- -
-
de vordering van [benadeelde1] hoofdelijk dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 25.000,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- -
-
de vordering van [benadeelde2] hoofdelijk dient te worden toegewezen tot de bedragen van € 12.874,85 (uitvaartkosten) en € 2.831,40 (kosten schadeberekening), met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- -
-
[benadeelde1] en [benadeelde2] voor het overige niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering;
- -
-
de benadeelde partijen [benadeelde3] en [benadeelde4] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering.
Deze op schrift gestelde vordering van de advocaat-generaal is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. H. Plantenga, naar voren is gebracht.
3 Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.