Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:309, 15/00732 t/m 15/00734

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:309, 15/00732 t/m 15/00734

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 januari 2017
Datum publicatie
27 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:309
Formele relaties
Zaaknummer
15/00732 t/m 15/00734

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Navordering. Diverse inkomenscorrecties. Vereiste aangiften. Omkering en verzwaring bewijslast. Redelijke schatting. Tegenbewijs geleverd? Belastingheffing over liquidatie-uitkeringen strijdig met art. 1 Eerste Protocol EVRM?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 15/00732 tot en met 15/00734

uitspraakdatum: 17 januari 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , .wonende te [Z] (hierna: belanghebbende)

en het incidentele hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 juni 2015, nummers AWB 13/2415, 13/2416 en 13/2417, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2007 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 70.251, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 16.002.700 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 494.293. Tevens is een bedrag van € 770.441 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Aan belanghebbende is over het jaar 2008 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.757, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 16.000.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 962.036. Tevens is een bedrag van € 572.994 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.3.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.642, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 2.700 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.135.061. Tevens is een bedrag van € 22.816 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.4.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 12 april 2013 de (navorderings)aanslagen en de beschikkingen heffingsrente gehandhaafd.

1.5.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 2 juni 2015 de beroepen gegrond verklaard, de navorderingsaanslag IB/PVV 2007 vernietigd, de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 782.157, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 14.566.409 en een door partijen nader vast te stellen belastbaar inkomen uit sparen en beleggen, met dien verstande dat de navorderingsaanslag niet tot een hoger bedrag wordt vastgesteld, en de aanslag IB/PVV 2009 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 782.862, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 2.700 en een door partijen nader vast te stellen belastbaar inkomen uit sparen en beleggen, met dien verstande dat de aanslag niet tot een hoger bedrag wordt vastgesteld.

1.6.

Belanghebbende heeft bij faxbericht van 5 juni 2015 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.7.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.8.

Belanghebbende heeft op 22 februari 2016 nadere stukken ingediend.

1.9.

De Inspecteur heeft op 20 juni 2016 nadere stukken ingediend.

1.10.

Belanghebbende heeft op 23 juni 2016 nadere stukken ingediend.

1.11.

De Inspecteur heeft op 15 augustus 2016 nadere stukken ingediend.

1.12.

Belanghebbende heeft op 30 september 2016 nadere stukken ingediend.

1.13.

De Inspecteur heeft op 19 oktober 2016 nadere stukken ingebracht, bestaande uit een vertaling van bijlage I-11 (verzoek om verlenging van bouwverplichting).

1.14.

De Inspecteur heeft op 24 oktober 2016 een pleitnota ingebracht.

1.15.

Belanghebbende heeft op 25 oktober 2016 nadere stukken ingebracht, bestaande uit diverse vertalingen (producties 91 tot en met 99).

1.16.

De Inspecteur heeft op 1 november 2016 nadere stukken ingebracht, bestaande uit een vertaling van bijlagen HB11 (taxatierapport [A] ), I-4 (protocol kredietovereenkomst [a-bank] ), I-2 (notulen [J] ), bijlage 69 (kredietovereenkomst [a-bank] 11 december 2007) en bijlage 68 (overeenkomst tot achterstelling).

1.17.

De griffier heeft bij brief van 3 november 2016 belanghebbende in de gelegenheid gesteld tot uitvoering van het door hem voorwaardelijk aangeboden bewijs.

1.18.

De Inspecteur heeft op 4 november 2016 een nadere pleitnota ingebracht.

1.19.

Belanghebbende heeft op 7 november 2016 een pleitnota ingebracht. Daarbij is naar aanleiding van de brief van de griffier van 3 november 2016 productie 100 gevoegd, inhoudende een e-mailbericht van 4 november 2016 aan een bank waarin bankafschriften van [K] worden opgevraagd. De Inspecteur heeft geen bezwaar ertegen dat deze productie tot de gedingstukken wordt gerekend.

1.20.

De Inspecteur heeft op 7 november 2016 een nadere pleitnota ingebracht.

1.21.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 november 2016 te Arnhem. De zaken met de nummers 15/00732 tot en met 15/00734 en met nummer 16/00695 zijn gezamenlijk behandeld. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door mr. [C] , advocaat te [D] . Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [E] , [F] en [G] . Belanghebbende heeft voorafgaand aan de sluiting van het onderzoek ter zitting geen uitvoering gegeven aan het door hem voorwaardelijk aangeboden bewijs.

1.22.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is in de onderhavige jaren enig aandeelhouder van [H] NV ( [H] NV), een op de Nederlandse Antillen gevestigde vennootschap. Deze vennootschap bezit alle aandelen in de in Nederland gevestigde vennootschap [I] BV ( [I] BV). [I] BV bezit (on)middellijk alle aandelen in de vennootschap naar Frans recht [J] te Frankrijk ( [J] ). Laatstgenoemde vennootschap bezit alle aandelen in de in Frankrijk gevestigde vennootschappen EURL [K] ( [K] ) en EURL [L] ( [L] ). Deze laatste twee vennootschappen hebben zich in de jaren 2004 en volgende bezig gehouden met de ontwikkeling, bouw en verkoop van vakantiewoningen in Frankrijk.

2.2.

Op 15 maart 2004 is in Luxemburg opgericht de aldaar gevestigde vennootschap [M] SA. Oprichters zijn twee trustvennootschappen die worden beheerd door de in Luxemburg gevestigde trustmaatschappij [N] SA. In 2006 heeft [O] van [N] het bestuur van [M] SA overgenomen. Belanghebbende is de uiteindelijk gerechtigde (“ultimate beneficial owner”) van [M] SA.

2.3.

Op 31 maart 2004 heeft [M] SA voor een bedrag van € 1.400.000 156 ha in Frankrijk gelegen grond voor de bouw van 498 vakantiewoningen gekocht van een derde.

2.4.

In opdracht van [P] BV heeft [A] in juli 2005 een taxatierapport uitgebracht met betrekking tot het project [Q] (zie bijlage HB11). Daarin is onder meer het volgende opgenomen:

VALUATION

Constructions:

(…)

Hypothesis: 125 houses including

-85 villas of 75 sq.m estimated on the basis of € 150,000/unit VAT included.

-40 villas of 100 sq.m estimated on the basis of € 200,000/unit VAT included.

Giving a global area of 10,000 sq.m.

€ 150,000 € VAT included x 85 villas € 12,750,000 VAT included

€ 200,000 € VAT included x 40 villas € 8.000.000 VAT included

TOTAL € 20.750.000 VAT included

That is a total market value of: € 20,750,000 VAT included

(...)

Land Value:

Site of land with a registered area of 77,815 sq.m.

Hypothesis:

-Area to be developed: 10,375 sq.m.

-Global forecasted turn over: € 20,750,000 VAT included.

-Construction cost: € 850/sq.m (VAT excluded).

-Developer income: 10% of selling price (VAT excluded).

Giving a market value in the region of: € 2,500,000 VAT included

Land Value for the project “ [R] ”:

Site of land with a registered area of 158,000 sq.m.

Hypothesis:

-Area to be developed: 17,360 sq.m. – 124 villas

-Construction start June 2007 and end May 2009

-Global forecasted turn over: € 31,200,000 VAT included. (€ 2,000/sq.m or in 2 years, a present value of € 1,797/sq.m).

-Construction cost: € 850/sq.m or in 2 years a present value of € 764/sq.m (VAT excluded).

-Developer income: 10% of selling price (VAT excluded).

Giving a market value in the region of: € 3,300,000 VAT included

Land Value for the project “ [Q1] ”:

Site of land with a registered area of 55,000 sq.m.

Hypothesis:

-Area to be developed: 3,600 sq.m. – 45 villas

-Construction start June 2009 and end May 2011

-Global forecasted turn over: € 5,800,000 VAT included. (€ 2,000/sq.m or in 4 years, a present value of € 1,614/sq.m).

-Construction cost: € 850/sq.m or in 4 years a present value of € 686/sq.m (VAT excluded).

-Developer income: 10% of selling price (VAT excluded).

Giving a market value in the region of: € 225,000 VAT included

Land Value for the project “ [S] ”:

Site of land with a registered area of 240,000 sq.m.

Hypothesis:

-Area to be developed: 20,800 sq.m. – 130 villas

-Construction start June 2011 and end May 2013

-Global forecasted turn over: € 30,170,000 VAT included. (€ 2,000/sq.m or in 6 years, a present value of € 1,450/sq.m).

-Construction cost: € 850/sq.m or in 6 years a present value of € 616/sq.m (VAT excluded).

-Developer income: 10% of selling price (VAT excluded).

Giving a market value in the region of: € 2,450,000 VAT included

2.5.

In een memo van [P] BV van 12 september 2005 (productie 25) is opgemerkt dat [M] SA:

“Owns the 156 ha of land (acqu. at € 1,4 mio, appraised value of € 7,1 mio)

Sells 7,8 ha to EURL Bois Senis I for € 400.000 (value € 2,1 mio)

Keeps 148,2 ha (value € 5 mio)”

2.6.

[M] SA heeft de grond in drie tranches verkocht: op 27 oktober 2005 ongeveer 8 ha aan [K] voor € 1.800.000, op 11 december 2007 ongeveer 16 ha aan [L] voor € 4.000.000 en op 19 december 2007 ongeveer 132 ha aan eveneens [L] voor € 11.000.000.

2.7.

De aankoop van grond door [K] op 27 oktober 2005 is gefinancierd met een lening van [P] BV. De op 11 december 2007 door [L] voor € 4.000.000 van [M] SA gekochte grond is door [L] gefinancierd met een lening van [a-bank] ( [a-bank] Bank).

2.8.

Op 1 december 2006 heeft [T] BV een taxatierapport uitgebracht aan [I] BV (bijlage H1; productie 57). In dit rapport is onder meer het volgende vermeld:

Uitgangspunten

Het project “ [Q] ”omvat in totaal circa 156 hectare bouw-, bos- en agrarische grond en is verdeeld over 5 locaties,

- [Q] circa 7,8 hectare (bouwgrond, 126 kavels)

- [Q1] circa 5,5 hectare (bouwgrond, 38 kavels)

- [S] circa 23,4 hectare (bouwgrond, 130 kavels)

- [R] circa 15,7 hectare (bouwgrond, 121 kavels)

- [U] circa 9,4 hectare (bouwgrond, aantal kavels nnb)

Totaal circa 61,8 hectare

Volgens bijgaande “Carte communale Les Forges Elaboration Plan de Zonage” goedgekeurd op 21 juni 2005 worden bovenstaande percelen aangeduid als bouwgrond. De overige terreinen 94,2 hectare hebben een bos en/of een agrarische bestemming.

(…)

Getaxeerde grondwaarde bij verkoop

Om de marktwaarde van de grond te kunnen vaststellen zijn er twee methodes. Op basis van marktvergelijking en uitgifteprijzen van gemeentes en/of overheidsinstellingen of door middel van een residuele grondwaardebepaling.

Residuele grondwaarde is een methode die in de economische theorie “backward pricing” wordt genoemd. Door de stichtingskosten (exclusief de prijs van de grond) in mindering te brengen op de te verwachten verkoopopbrengst verkrijgt men de waarde van de grond, althans de prijs die men maximaal mag besteden bij de verwerving van de grond.

(….)

Op basis van bovenstaande gegevens taxeren wij de grondwaarde van de bouwkavels met een bouwvergunning, na bouwrijp maken op EUR 70 per m2.

Uitgaande van:

- [Q] circa 7,8 hectare - uitgeefbaar circa 54.180 m2

- [Q1] circa 5,5 hectare - uitgeefbaar circa 39.000 m2

- [S] circa 23,4 hectare - uitgeefbaar circa 170.000 m2

- [R] circa 15,7 hectare - uitgeefbaar circa 112.000 m2

- [U] circa 9,4 hectare - uitgeefbaar circa 70.000 m2

Totaal circa 61,8 hectare - uitgeefbaar circa 445.180 m2

met een totaal van circa 445.180 m2 verkavelbaar (641 kavels), vertegenwoordigen de gronden een theoretische geschatte waarde van EUR 31.162.600.

Hierbij dient direct te worden opgemerkt dat deze waarde uitsluitend gerealiseerd kan worden indien de kavels gefaseerd over een langere periode worden ontwikkeld en uitgegeven.

Vergunningen

Bij deze waardering zijn wij ervan uitgegaan dat alle benodigde vergunningen worden verleend. Wij hebben inzicht gehad in de goedgekeurde verkavelingsaanvraag van 121 kavels op [R] met een totale oppervlakte van 157.401 m2.

Voor de overige gronden werd de bestemming op 21 juni 2005 gewijzigd in “Secteur Constructible”.

(…)

Alle bovengenoemde bedragen zijn exclusief BTW.”

2.9.

Op 27 december 2006 heeft [V] van [I] BV onder meer het volgende aan belanghebbende geschreven (bijlage G8):

“Als ik de waardebepaling van [T] zie dan begrijp ik natuurlijk dat een groot deel pas reëel is op het moment dat het op de bankrekening staat, maar daar tegenover staat een zeer reële waardebepaling op basis van de eerder betaalde 23,- per m2 (…).”

2.10.

Op 3 december 2007 is een zogenoemde “cross pledge agreement” gesloten (productie 4) tussen de Luxemburgse bank [W] ( [W] Bank) en [Y] SA ( [Y] SA). [Y] SA is een in Luxemburg gevestigde vennootschap waarvan de aandelen in handen zijn van een trust van [W] Bank, die ook het bestuur uitoefent. Belanghebbende is de uiteindelijk gerechtigde van [Y] SA. In deze overeenkomst verstrekt [Y] SA ten gunste van [W] Bank een pandrecht (“cross pledge”) tot zekerheid van de vordering die [W] Bank heeft op [L] . Het pandrecht heeft betrekking op onder meer de banktegoeden die [Y] SA aanhoudt bij [W] Bank. In deze overeenkomst is onder andere het volgende opgenomen:

“1. The pledge

The Pledgor [Hof: [Y] SA] hereby grant(s) to the Bank [Hof: [W] Bank], who accepts, a pledge on (I) all present and future money claims he may have against the Bank in relation to any account opened from time to time in the books of the bank, whether now or in the future (hereinafter collectively the “Account”) or for any other reason and (II) securities, precious metals and more generally financial instruments which the Pledgor has deposited or may deposit in the future in the Account or that have been or may be deposited on his behalf in the future in the Account with the Bank or that have been or will be deposited with any third party in the bank’s name on behalf of the Pledgor (hereinafter the “Pledged assets”).

(...)

2. Secured obligations

The pledge shall serve as a security for all present and future claims, whether matured or not, whether conditional or definitive, irrespective of their legal cause (including but not limited to loans, guarantees, overdrafts and options), that the bank may have against EURL [L] (hereinafter the “Debtor”), holder of the account 4546350 under any agreement concluded with the latter or any other reason (…)”.

2.11.

Op 3 december 2007 is eveneens een zogenoemde “guarantee agreement” gesloten tussen [Y] SA en [W] Bank (productie 4). Daarin is onder meer het volgende opgenomen:

“2. The Guarantor [Hof: [Y] SA] hereby unconditionally and irrevocably, jointly and severally, guarantees and indemnifies the Benefeciary [Hof: [W] Bank] in respect of the full performance by the Borrower [Hof: [L] ] of its obligations under the Loan Agreement [Hof: de lening van € 11.000.000] in case the Borrower fails to comply with any of its obligations under the Loan Agreement. The Guarantor shall pay the Benefeciary upon its demand any amount not paid by the Borrower under the Loan Agreement, from time to time, including but not limited to the payment of any damages, cost, loss or liability suffered by the Beneficiary (...).

(…)

5. No payments shall be sought from the Guarantor under this guarantee unless a notice of default has been served to the Borrower with a copy to the Guarantor providing for a minimum period of 15 days to remedy such default (...).

(…)

7. The Guarantor shall be subrogated to the rights of the beneficiary against the Borrower with respect to any payment or performance in relation to the Secured Obligations, (...).”

2.12.

De op 19 december 2007 voor € 11.000.000 van [M] SA gekochte grond is door [L] gefinancierd met een op 5 december 2007 tot hetzelfde bedrag door [W] Bank verstrekte geldlening. Ook hier is sprake van een cross pledge overeenkomst. [W] Bank heeft aan de financiering de voorwaarde gesteld dat de koopsom van € 11.000.000 door [M] SA zou worden gestort op een bij deze bank aangehouden rekening welke als zekerheid zou dienen voor de aan [L] verstrekte geldlening (de cross pledge). In een brief van 5 december 2007 van [W] Bank aan [M] SA (productie 50) is hierover opgenomen:

“Following our loan to EURL [L] which is secured by the crosspledge agreement dated December 3, 2007, concerning your account number [00000] maintained in our books, we hereby define the conditions and credit interest rates for the deposit maintained in said account.- the amount which has to be placed on deposit has to be identical to the amount of the loan due by EURL [L] to ourselves;

- the interest period of the deposit has to be identical at any time to the duration of the interest period of the loan:

- the credit interest rate will be EURIBOR and will be indentical at any time used for the loan (…)”.

2.13.

De aan [M] SA toekomende koopsom van € 11.000.000 voor de op 19 december 2007 aan [L] verkochte grond is op 27 december 2007 op een bankrekening bij [W] Bank (nummer [00000] ) ten gunste van [M] SA bijgeschreven. Op 28 december 2007 is dit bedrag overgeboekt naar een bankrekening van [Y] SA bij [W] Bank (nummer [00001] ). Op het betreffende bankafschrift van deze laatste rekening is vermeld dat de storting afkomstig is van rekening nummer [00000] (“by order of [00000] / 001.000.001”). Uit het bankafschrift blijkt verder dat genoemd bedrag op dezelfde dag is doorgestort naar een deposito.

2.14.

Met het oog op de liquidatie van [M] SA is door [O] een tussentijdse balans per 21 december 2007 opgesteld (productie 53). De definitieve balans voor 2007 (productie 54) sluit hierbij aan. Met inachtneming van de toelichting door belanghebbende (stuk 23 juni 2016, onderdeel 2.28 e.v.) luidt deze balans als volgt:

Activa (€)

Passiva (€)

Vordering belanghebbende

1.000.000

Geplaatst kapitaal

31.000

Rek.crt vordering belanghebbende

127.546

Wettelijke reserve

3.100

Achtergestelde vordering [I]

1.500.000

Winstreserve

14.782.133

Vordering overig

115.110

Eigen vermogen

14.816.233

2.742.656

Depositorekening [W] Bank

11.000.000

Voorziening crediteuren/belasting

33.080

Bankrekening [O]

3.946

Rek.crt schuld belanghebbende

244.945

Bankrekening [W] Bank

1.347.655

278.025

12.351.602

Totaal

15.094.258

15.094.258

2.15.

Blijkens de toelichting door belanghebbende (stuk 23 juni 2016, onderdeel 2.32) zijn in het kader van de liquidatie van [M] SA de volgende uitkeringen gedaan:

Datum

Omschrijving

Bedrag

27-12-2007

Voldoening crediteuren [M] SA

28.557

28-12-2007

Voldoening crediteuren [M] SA

3.946

28-12-2007

Overboeking naar privérekening belanghebbende bij [W] Bank

1.300.000

28-12-2007

Overboeking naar rekening [00001] [Y] SA bij [W] Bank

11.000.000

28-12-2007

Overboeking naar rekening [00001] [Y] SA bij [W] Bank

32.618

Totaal

12.365.121

2.16.

Volgens belanghebbende (stuk 23 juni 2016, onderdeel 3.19) kan op basis van de jaarrekening 2007 (zie 2.14) en onder meer vorenbedoelde toelichting (zie 2.15) worden gesteld dat [M] SA op grond van artikel 4.34 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB) de volgende liquidatie-uitkeringen aan belanghebbende heeft gedaan:

Datum

Omschrijving

Bedrag

28-12-2007

Overboeking naar privérekening belanghebbende bij [W] Bank

1.300.000

28-12-2007

Overboeking naar rekening [00001] [Y] SA bij [W] Bank

32.618

Saldo van rekening-courantverhouding met belanghebbende, bestaande uit vordering op belanghebbende (€ 127.546 + € 880.971 + € 4.941 -/- € 244.945)

768.514

Achtergestelde vordering op [I] (€ 1.500.000 + € 104.178 (rente))

1.604.178

2.17.

De Inspecteur wenst de volgende liquidatie-uitkeringen als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking te nemen (stuk 15 augustus 2016, p. 21):

Omschrijving

Bedrag

2007

Overboeking naar privérekening belanghebbende bij [W] Bank

1.300.000

Overdracht vordering van [M] op [Y]

11.000.000

Overdracht vordering van [M] op [Y]

32.618

Overdracht vordering van [M] op [I] (nominaal € 1.500.000)

1.604.178

Totaal

13.936.795

Verkrijgingsprijs aandelen

-/- 31.000

Liquidatie-uitkering/inkomen uit aanmerkelijk belang

13.905.795

2008

Vordering belanghebbende

1.000.000

Rek.crt vordering belanghebbende

127.546

Rek.crt schuld belanghebbende

-/-244.945

Liquidatie-uitkering/inkomen uit aanmerkelijk belang

882.601

2.18.

Op 27 december 2007 is het besluit tot liquidatie van [M] SA genomen. De liquidatie is uitgevoerd door haar bestuurder [O] . In januari 2008 is de vereffening voltooid. In de akte van liquidatie van 27 december 2007 (productie 52 belanghebbende) is onder meer het volgende bepaald:

“II That the capital of the company [M] SA pre-named, presently amounts to € 31.000, represented by 310 shares with a par value of € 100 each.

III That it derives from the share register that the appearing party is the holder of all the sheares of the pre-named company [M] SA.

IV That the appearing party has decided to dissolve and to liquidate the company [M] SA which has discontinued all activities.

V That the appearing party declares that he has taken over all assets and all liabilities of the said company.

VI That it is witnessed that the appearing party is vested with all the assets of the dissolved company and that the appearing party shall guarantee the payment of all liabilities of the company even if unknown at present.

VII That the liquidation of the company [M] SA is completed and that the company is to be construed as definitely terminated.”

2.19.

Uit de jaarrekeningen (producties 63 en 90) van [H] NV blijkt onder meer het volgende:

2007

2008 (enkelvoudig)

2009

(enkelvoudig)

2010

(geconsolideerd)

Eigen vermogen

5.868.738

2.035.849

4.787.367

Voorzieningen

0

0

479.754

Schulden

0

0

52.087.089

Totaal

5.868.738

2.035.849

57.354.210

2.20.

Uit de enkelvoudige jaarrekeningen (producties 62 en 89) van [I] BV blijkt onder meer het volgende:

2007

2008

2009

2010

Eigen vermogen

1.793.432

1.307.629

-/- 2.877.400

-/- 3.094.767

Voorzieningen

1.414.972

894.005

3.717.098

2.288.777

Schulden

23.260.050

21.118.349

17.262.350

19.116.433

Totaal

26.468.454

23.319.973

18.102.048

18.310.443

In de jaarrekening 2009 is onder meer het volgende opgemerkt:

“Continuïteitsveronderstelling

Uit de balans blijkt een negatief eigen vermogen. Aangezien niet is gebleken dat voortzetting van de ondernemingsactiviteiten onmogelijk is, zijn de waarderingsgrondslagen gebaseerd op continuïteit van de vennootschap.”

2.21.

Uit de jaarrekeningen (producties 60 en 98) van [L] blijkt onder meer het volgende:

2007

2008

2009

2010

Eigen vermogen

-/- 1.804

-/- 778.676

-/- 1.065.462

Voorzieningen

22.739

Schulden

22.891.853

22.173.730

21.783.062

Totaal

22.890.049

21.417.792

20.717.599

Omzet

0

238.943

21.776

Netto resultaat

-/- 2.206

-/- 776.872

-/- 286.758

2.22.

Uit de jaarrekeningen (producties 60 en 98) van [K] blijkt onder meer het volgende:

2007

2008

2009

2010

Eigen vermogen

-/- 911.170

-/- 5.870.875

-/- 6.932.374

Voorzieningen

241

141.824

141.824

Schulden

15.894.277

15.030.749

15.100.411

Totaal

14.983.348

9.303.507

8.309.861

Omzet

5.547.659

2.042.664

16.557

Netto resultaat

287.626

-/- 4.959.705

-/- 1.061.498

2.23.

Op 11 maart 2009 is tussen enerzijds belanghebbende en zijn partner en anderzijds de Inspecteur een vaststellingsovereenkomst gesloten (zie productie 77) waarin onder meer het volgende is neergelegd:

“De vaststellingsovereenkomst wordt gesloten in het kader van de definitieve afwikkeling van de discussie over de inkomstenbelasting-, omzetbelasting en overdrachtsbelastingpositie van [belanghebbende en zijn partner] over de jaren 2001 tot en met 2007.

(…)

3 Inhoud van de overeenkomst

Partijen zijn het volgende overeengekomen:

3.1

Fiscale woonplaats [belanghebbende]

Per 1 januari 2001 is [belanghebbende] in Nederland komen wonen als bedoeld in art. 2.1, onderdeel a, Wet IB 2001. Dit betekent dat [belanghebbende] vanaf 1 januari 2001 binnenlands belastingplichtig is als bedoeld in art. 2.1 Wet IB 2001.

(…)

3.3

Belastbare inkomens inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en WAZ

[Belanghebbende] heeft in de loop van de discussie met de Belastingdienst in de vorm van concepten een opgave verstrekt van de samenstelling van alle belastbare inkomens over de jaren 2001 tot en met 2007.

De Belastingdienst neemt aan dat [belanghebbende] met deze opgaven een volledige opening van zaken heeft gegeven met betrekking tot alle relevante fiscale feiten en omstandigheden. Indien op enig moment in de toekomst blijkt dat dit niet het geval is, behoudt de Belastingdienst zich alle rechten voor met betrekking tot een nadere vaststelling van de belastbare inkomens.

(…)

Rente als bedoeld in artikel 3.92 wet IB 2001 voor 2006 en volgende jaren

[Belanghebbende] heeft door middel van een aandeelhoudersbesluit beoogd dat de vordering die hij per 1 januari 2005 heeft op [H] NV wordt omgezet in agio. (…) Om doelmatigheidsredenen kan de Belastingdienst (…) instemmen met het feit dat het besluit wordt geëffectueerd per 1 januari 2006.

(…)

[Belanghebbende] zal als bijlage 8 aan deze vaststellingsovereenkomst een overzicht hechten waaruit het verloop van de rekening-courant tussen [H] en [belanghebbende] over de jaren 2006 tot en met 2008 blijkt. Het omzettingsbesluit heeft immers alleen betrekking op de stand per 1 januari 2006. Alle nadien gepleegde stortingen dan wel onttrekkingen dienen gewoon in rekening-courant verwerkt te worden.

Over de verschillende posities, vordering of schuld, dienen [belanghebbende] en [H] onderling een normale rentevergoeding te betalen. Deze kan per ultimo eveneens in de rekening-courantverhouding geboekt worden.

Uit bijlage 8 zal blijken of en in hoeverre [belanghebbende] over 2006 en 2007 nog een rentebate moet aangeven als bedoeld in artikel 3.92 wet IB 2001.

(…)

Jaar 2007

(…)

[Belanghebbende] ziet door ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst af van zijn recht op bezwaar en beroep tegen deze aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2007 voorzover betrekking hebbend op onderwerpen genoemd in deze vaststellingsovereenkomst.

(…)

Box 3 alle jaren

De belastingdienst zal het belastbare inkomen uit sparen en beleggen berekenen met in achtneming van de componenten genoemd in bijlage 2 alsmede met in achtneming van alle andere wettelijke bepalingen die van toepassing zijn.

3.3g Rekening-courant met [H] NV en/of een andere tot de groep behorende vennootschap/rechtspersoon (opgericht naar buitenlands recht)

[Belanghebbende] zal als bijlage 9 evenzovele rekening-courantovereenkomsten toevoegen als dat hij schuldverhoudingen heeft met, c.q. een vordering heeft op één of meer van zijn vennootschappen of andere rechtspersonen die tot de [H] -groep behoren.

In die overeenkomsten zullen afdoende zekerheden gesteld worden voor schulden die hij aan een of meer vennootschappen heeft c.q. blijkt te hebben. Daarnaast zullen partijen een zakelijke rentevergoeding opnemen. Uitgaande van een rekening-courantverhouding voor onbepaalde tijd wordt de rente tot en met 1 juli 2009 vastgesteld op 5%. [Belanghebbende] zal per 1 juli 2009 bezien of en in hoeverre partijen de rente moeten aanpassen aan gewijzigde omstandigheden in de markt. [Belanghebbende] zal met de genoemde vennootschappen in die overeenkomsten een aflossingsschema overeenkomen indien en voorzover de schulden aan de rechtspersoon meer dan € 250.000 bedragen. (…)

3.4

Waardering panden box III

De “box III panden” van [belanghebbende] zullen voor de jaren 2001 tot en met 2007 worden gewaardeerd overeenkomstig bijlage 2 bij deze overeenkomst. [Belanghebbende] kan geen rechten ontlenen aan de in deze bijlage opgenomen waarden voor de waardering van de box III panden per ultimo 2008. [Belanghebbende] dient in zijn aangifte 2008 per ultimo per object een gemotiveerde waarde in het economische verkeer af te geven.

(…)

4 Reikwijdte van de overeenkomst

5 Nakoming, aanpassing dan wel beëindiging

6 Rechtsmiddelen

3 Geschil

4 Overwegingen

5 Proceskosten

6 Beslissing