Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-06-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:4891, 21-004495-16
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-06-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:4891, 21-004495-16
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 12 juni 2019
- Datum publicatie
- 12 juni 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:4891
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:2791, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2020:805
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:370
- Zaaknummer
- 21-004495-16
Inhoudsindicatie
Twee mannen die leiding gaven aan Centurion Vastgoed B.V. zijn voor het plegen van grootschalige beleggingsfraude door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot celstraffen van 6 en 5 jaar.
Meer dan 600 beleggers zijn door hen voor meer dan in totaal 26 miljoen euro opgelicht met vastgoedprojecten in Costa Rica. Door het hof zijn de vorderingen van de benadeelde partijen deels toegewezen.
De twee mannen gaven leiding aan Centurion Vastgoed B.V., een op het eerste gezicht professioneel opererend bedrijf. Zij zijn veroordeeld voor oplichting, bedrieglijke bankbreuk en valsheid in geschrift. Daarnaast zijn zij - samen met anderen - schuldig aan gewoontewitwassen. Een derde leidinggevende van het bedrijf werd al eerder door het hof veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004495-16
Uitspraak d.d.: 12 juni 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 20 juli 2016 met parketnummer 08-996022-15 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
wonende te [woonplaats] .
1 Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
2 Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 23 mei 2018, 6 juni 2018, 15 mei 2019, 17 mei 2019 en 12 juni 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden,
naar voren is gebracht.
3 Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing, een andere strafoplegging en een andere beslissing ten aanzien van de benadeelde partijen komt. Het hof doet daarom opnieuw recht.