Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7111, 200.239.716/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7111, 200.239.716/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 september 2019
Datum publicatie
5 september 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:7111
Formele relaties
Zaaknummer
200.239.716/01

Inhoudsindicatie

Bank herstructureert financiering en stemt in met verkoop verpande activa. Verkoopopbrengst gaat ter aflossing van de financiering naar de bank. Curator beroept zich op pauliana. Volgens hof geen benadeling. Vergelijking curator met HR 19-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3137 ING/Gunning gaat niet op.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.239.716/01

(zaaknummer rechtbank Overijssel C/08/203663 / HA ZA 17-297)

arrest van 3 september 2019

in de zaak van

mr. Gerben Mark Volkerink in de hoedanigheid van curator in het faillissement van Melkwinning Steenwijk B.V.,

wonende te Wezep,

appellant,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: de curator,

advocaat: mr. G.M. Volkerink, kantoorhoudend te Zwolle,

tegen

Coöperatieve Rabobank U.A.,

gevestigd te Steenwijk,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: Rabobank,

advocaat: mr. D.J. Kramer, kantoorhoudend te Oosterbeek.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van

4 oktober 2017 en 7 maart 2018 die de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 14 mei 2018;

- de memorie van grieven (met producties);

- de memorie van antwoord (met producties);

- een akte van de curator (met producties) en een antwoordakte van Rabobank.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten

3.1

In rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.10) van het bestreden vonnis van 7 maart 2018 heeft de rechtbank een aantal in deze zaak vaststaande feiten weergegeven. Hierover bestaat geen geschil. Het navolgende staat vast.

3.2

Op 29 december 1998 is Melkwinning Steenwijk B.V. opgericht (hierna: Melkwinning). De bedrijfsvoering van Melkwinning bestond uit de verkoop, installatie en onderhoud van melkwinningsapparatuur. Daarnaast adviseerde Melkwinning melkveehouders over de technische aspecten van melkwinning.

3.3

Op of omstreeks 14 juli 2009 is een kredietovereenkomst tot stand gekomen tussen Melkwinning als kredietnemer en Friesland Bank N.V. (hierna: Friesland Bank) als kredietgever. Krachtens deze kredietovereenkomst verstrekt Friesland Bank aan Melkwinning een krediet in rekening-courant met een limiet van € 150.000,-. Daarnaast verstrekt Friesland Bank een lening van € 50.000,-. Ter zake van het krediet in rekening-courant van € 150.000,- is geen aflossingsverplichting overeengekomen. Ter zake van de geldlening van € 50.000,- is een aflossing overeengekomen van 119 maandtermijnen elk groot € 150,- voor het eerst te voldoen op 1 januari 2010 met een slottermijn van € 32.150,-. De geldlening van € 50.000,- dient te zijn afgelost in juli 2019.

3.4

Rabobank is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Friesland Bank.

3.5

Bij pandakten d.d. 8 augustus 2008, 5 februari 2014 en 13 november 2014 heeft Melkwinning zekerheid gesteld voor de door Rabobank (oorspronkelijk Friesland Bank) verstrekte lening met leningnummer 3418.932.916 voor het bedrag van € 170.000,-.

Melkwinning heeft bij voormelde pandakten zekerheid gesteld voor de betaling van al hetgeen Rabobank blijkens haar administratie van Melkwinning te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van onder meer verstrekte en/of te verstrekken geldleningen en verleende en/of te verlenen kredieten.

3.6

De pandrechten zijn blijkens de akten gevestigd op alle huidige en toekomstige inventaris en/of alle huidige en toekomstige voorraden en/of alle ten tijde van registratie van deze akten bestaande rechten/vorderingen van Melkwinning op derden met alle daaraan verbonden rechten en zekerheden en alle rechten/vorderingen die worden verkregen uit ten tijde van de registratie van deze akten bestaande rechtsverhoudingen tussen Melkwinning en derden, zoals deze onder meer blijken uit haar administratie, correspondentie of andere gegevens van Melkwinning.

3.7

In de loop van 2014 is de financiële situatie van Melkwinning zorgwekkend geworden. Op 29 september 2014 is Melkwinning onder toezicht komen te staan van de afdeling Bijzonder Beheer van Rabobank.

3.8

In de loop van 2015 heeft de heer [A] , enig aandeelhouder en bestuurder van Melkwinning, aan Rabobank (als pandhouder) meegedeeld dat het voornemen bestaat om de bedrijfsactiviteiten van Melkwinning over te dragen aan Kort Melktechniek B.V. (hierna te noemen Kort). Rabobank heeft laten weten dat zij akkoord kon gaan met de overdracht onder de voorwaarde dat Melkwinning een financieringsovereenkomst met Rabobank zou sluiten, op grond waarvan Melkwinning hetgeen zij verschuldigd is uit hoofde van de kredietovereenkomst d.d. 14 juli 2009 versneld aan Rabobank zou aflossen.

3.9

In de op 23 april 2015 gedateerde Principeovereenkomst zijn Kort en Melkwinning overeengekomen dat de bedrijfsactiviteiten per 1 september 2015 (zijnde de overnamedatum) zullen worden overgenomen en voortgezet door Kort. De Principeovereenkomst vermeldt onder meer:

I) De totale overname som is dan € 7.000,- + € 5.000,- + € 95.106,- = € 107.106,- (excl. BTW) uitgaande van de voorraad per april 2015. Twee weken voor de overnamedatum zal verkoper voorraadlijsten met actuele aantallen en waarden aanleveren. Op basis van deze lijsten zal de definitieve koopsom worden bepaald (…).

(J) Nadat alle bedragen definitief bekend zijn, zal verkoper een gespecificeerde factuur maken. Koper zal de BTW van deze factuur betalen binnen 14 dagen na factuurdatum evenals het netto-deel wat meer boven de € 90.000,- uit komt. De resterende € 90.000,- zal in 12 maandelijkse termijnen à € 7.500,- betaald worden. De 1e maandtermijn vervalt 1 maand na de overnamedatum.

3.10

Bij onderhandse akte van 18 augustus 2015 (hierna: de Financieringsovereenkomst) is de bestaande financiering van € 170.000,- (zijnde een krediet in rekening courant van € 130.000,- en een geldlening van € 39.800,-) geherstructureerd in een lineaire geldlening van € 170.000,-. Melkwinning dient krachtens deze Financieringsovereenkomst een bedrag van € 8.334,- per maand af te lossen aan Rabobank met een extra aflossing van € 11.666,- per 1 november 2015. De eerste aflossing dient plaats te vinden op 1 oktober 2015 en de laatste aflossing moet plaatsvinden in mei 2017.

3.11

Op 6 september 2016 is Melkwinning failliet verklaard met aanstelling van mr. Volkerink tot curator.

3.12

In de periode van 1 oktober 2015 tot datum faillissement heeft Melkwinning krachtens de Financieringsovereenkomst een bedrag van € 99.604,- afgelost aan Rabobank.

3.13

Bij brief van 13 januari 2017 van de curator aan de advocaat van Rabobank heeft de curator de Financieringsovereenkomst aangemerkt als paulianeus en vernietigd, alsmede Rabobank gesommeerd om hetgeen door de vernietigde Financieringsovereenkomst uit het vermogen van Melkwinning is gegaan aan de boedel terug te betalen. Rabobank heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven.

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing