Home

Gerechtshof Den Haag, 27-06-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2325, BK-11-00118, 11-00119 en BK-11-00135

Gerechtshof Den Haag, 27-06-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2325, BK-11-00118, 11-00119 en BK-11-00135

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
27 juni 2014
Datum publicatie
16 juli 2014
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:2325
Formele relaties
Zaaknummer
BK-11-00118, 11-00119 en BK-11-00135

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. In een situatie als de onderhavige waaruit genoegzaam blijkt dat belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige omzetbelastingfraude, is geen plaats voor een beroep op het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel zoals belanghebbende dat voorstaat.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-11/00118, BK-11/00119 en BK-11/00135

Uitspraak van 27 juni 2014

in het geding tussen:

[X] B.V., statutair gevestigd te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst/kantoor [P] (dan wel kantoor [Q]), de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende en het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 januari 2011, nummers AWB 08/6449 OB en AWB 08/6450 OB.

Naheffingsaanslagen, beschikking, bezwaar en beroep

1.1. Aan belanghebbende zijn over het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting van € 650.000 (kenmerk [nummer 1]) en een naheffingsaanslag in de omzetbelasting van € 740.640 (kenmerk [nummer 2]) opgelegd. Bij de tweede naheffing is bij beschikking € 95.270 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 288 is geheven.

1.4. De rechtbank heeft het beroep inzake de naheffingsaanslag met kenmerk [nummer 2] ongegrond verklaard, het beroep inzake de naheffingsaanslag met kenmerk [nummer 1] gegrond verklaard, de daarbij behorende uitspraak op bezwaar vernietigd, die naheffingsaanslag vernietigd, de Inspecteur veroordeeld de proceskosten van € 1.449 aan belanghebbende te vergoeden en de Inspecteur gelast belanghebbende het griffierecht van € 288 te vergoeden.

Hoger beroep

Feiten

De rechtbank

Geschil en standpunten van partijen

Beoordeling van de hoger beroepen

Beslissing