Home

Gerechtshof Den Haag, 19-06-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1586, 22-000140-18

Gerechtshof Den Haag, 19-06-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1586, 22-000140-18

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
19 juni 2019
Datum publicatie
19 juni 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2019:1533
Zaaknummer
22-000140-18

Inhoudsindicatie

Vrijspraak politieagent na overlijden arrestant bij aanhouding op muziekfestival in Den Haag. Het hof acht het door de agent toegepaste geweld op het bewuste moment niet buitenproportioneel.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000140-18

Parketnummer: 09-837305-15

Datum uitspraak: 19 juni 2019

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 21 december 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

DH02,

domicilie kiezende aan [adres] (kantooradres raadsman).

Onderzoek van de zaak

1. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 20 november 2018, 5 december 2018, 1 april 2019,

3 april 2019, 8 april 2019, 9 april 2019, 10 april 2019 en 5 juni 2019.

2. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

3. In eerste aanleg is de verdachte van het primair en het toen subsidiair impliciet primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het toen subsidiair impliciet subsidiair ten laste gelegde (medeplegen mishandeling, de dood ten gevolge hebbend) veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 1 jaar. Voorts zijn de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding.

4. Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

5. Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 27 juni 2015 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door

- die [slachtoffer] gedurende enige tijd op zijn buik tegen de grond te houden en (met kracht) tegen/op het lichaam van die [slachtoffer] te duwen en/of te drukken, en/of

- ( met kracht) gedurende enige tijd de nek/hals van die [slachtoffer] (met een arm) af te klemmen, en/of

- ( met kracht) al dan niet met gebalde vuist tegen de neus, althans het gezicht, van die [slachtoffer] te slaan, en/of

- pepperspray in het gelaat van die [slachtoffer] te wrijven;

subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 27 juni 2015 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten hersenletsel, heeft toegebracht, door

- die [slachtoffer] gedurende enige tijd op zijn buik tegen de grond te houden en (met kracht) tegen/op het lichaam van die [slachtoffer] te duwen en/of te drukken, en/of

- ( met kracht) gedurende enige tijd de nek/hals van die [slachtoffer] (met een arm) af te klemmen, en/of

- ( met kracht) al dan niet met gebalde vuist tegen de neus, althans het gezicht, van die [slachtoffer] te slaan, en/of

- pepperspray in het gelaat van die [slachtoffer] te wrijven, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;

meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 27 juni 2015 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld, door

- die [slachtoffer] gedurende enige tijd op zijn buik tegen de grond te houden en (met kracht) tegen/op het lichaam van die [slachtoffer] te duwen en/of drukken, en/of

- ( met kracht) gedurende enige tijd de nek/hals van die [slachtoffer] (met een arm) af te klemmen, en/of

- ( met kracht) al dan niet met gebalde vuist tegen de neus, althans het gezicht, van die [slachtoffer] te slaan, en/of

- pepperspray in het gelaat van die [slachtoffer] te wrijven, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;

meest subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 27 juni 2015 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend,

- die [slachtoffer] gedurende enige tijd op zijn buik tegen de grond heeft gehouden en (met kracht) tegen/op het lichaam van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of heeft gedrukt, en/of

- ( met kracht) gedurende enige tijd de nek/hals van die [slachtoffer] (met een arm) heeft afgeklemd, en/of

- ( met kracht) al dan niet met gebalde vuist tegen de neus, althans het gezicht, van die [slachtoffer] heeft geslagen, en/of

- pepperspray in het gelaat van die [slachtoffer] heeft gewreven,

waardoor het aan verdachtes en/of zijn mededaders schuld te wijten is dat voornoemde [slachtoffer] is overleden.

Standpunten

Openbaar Ministerie

6. De advocaten-generaal hebben – overeenkomstig hun overgelegde schriftelijke requisitoiraantekeningen – gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behoudens ten aanzien van:

-

de aan de verdachte opgelegde straf, en

-

de beslissing omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen.

De advocaten-generaal hebben gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 1 jaar, alsmede tot een algehele ontzetting van het recht tot het bekleden van het ambt van politieambtenaar, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a, van de Politiewet, voor de duur van 2 jaren.

De vorderingen van de benadeelde partijen dienen wat betreft de advocaten-generaal in ieder geval gedeeltelijk te worden toegewezen. In dat kader hebben zij gewezen op de het hof toekomende bevoegdheid als bedoeld in artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek.

Verdediging

7. De raadsman van de verdachte heeft zich

– overeenkomstig zijn overgelegde pleitaantekeningen – op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Subsidiair is bepleit dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Voorts is niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen in hun vorderingen bepleit: primair, gelet op de bepleite vrijspraak dan wel ontslag van alle rechtsvervolging, subsidiair omdat geen sprake is van rechtstreekse schade zodat de benadeelde partijen niet voegingsgerechtigd zijn en meer subsidiair omdat de behandeling van die vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.

8. Voor zover nodig wordt hieronder ingegaan op verschillende door partijen ingenomen standpunten.

Het vonnis waarvan beroep

9. Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Het hof merkt op dat het hof in het arrest wel passages uit het vonnis van de rechtbank overneemt.

Korte uiteenzetting van de feiten 1

10. Op 27 juni 2015 vond in het Zuiderpark te Den Haag het muziekfestival “Night at the Park” plaats2. Een van de bezoekers van dit evenement was [slachtoffer] (verder: [slachtoffer]). DH01 en DH023 waren aldaar werkzaam als politieagent, net als de hierna nog te noemen DH03, DH04, DH05 en [getuige 1].

De situatie voor de aanhouding

11. Rond 22.00 uur bevond [slachtoffer] zich bij een van de uitgangen van het festivalterrein. Meerdere getuigen leidden uit het gedrag van [slachtoffer] af dat hij onder invloed was van alcoholische drank; hij was onvast ter been en liep wankelend, van links naar rechts. [slachtoffer] riep herhaaldelijk dat hij een (vuur)wapen had. Hij greep daarbij meerdere malen naar zijn kruis4. Betrokken agenten die later als getuige zijn gehoord omschrijven het gedrag van [slachtoffer] op dat moment als agressief5, bedreigend6 en provocerend7. [slachtoffer] gaf geen gevolg aan meerdere verzoeken van de politie om te stoppen met het schreeuwen dat hij een (vuur)wapen had en om het festivalterrein te verlaten8. Hij trok zich los van mensen, niet zijnde politieagenten, die hem naar de uitgang van het terrein probeerden te begeleiden9.

De aanhouding

12. Het gedrag van [slachtoffer] trok op een gegeven moment de aandacht van DH01 en DH02, die zich op dat moment in een ME-bus bevonden. Zij zijn toen achtereenvolgens de ME-bus uitgestapt, eerst DH02 en even later DH0110. Op een gegeven moment besloot de politie [slachtoffer] aan te houden. DH02 pakte [slachtoffer] bij zijn linker arm met twee handen vast en zei toen tegen [slachtoffer] dat hij was aangehouden11. DH02 heeft verklaard dat [slachtoffer] zo tegenwerkte dat DH02 voor zijn gevoel van de grond werd opgetild. DH02 liet los, deed een stap achteruit en stapte weer in met de bedoeling [slachtoffer] via een heupworp op de grond te krijgen. Volgens DH02 had dat weinig effect. Het lukte hem niet [slachtoffer] op de grond te krijgen. Hij riep toen dat [slachtoffer] naar de grond moest worden gewerkt. Omdat DH02 niet zeker wist of [slachtoffer] een vuurwapen bij zich had, wilde DH02 hem op de grond onder controle krijgen. Hij heeft [slachtoffer] een knietje tegen zijn dijbeen gegeven12.

13. DH03 zag dat [slachtoffer] zich verweerde tegen de greep van DH02. Hij draaide met zijn arm om uit de greep los te komen. DH03 zag dat [slachtoffer] niet naar de grond wilde13. DH05 zag dat DH02 [slachtoffer] bij de linkerzijde pakte en dat [getuige 1] hem bij de rechterzijde pakte. Hij hoorde dat er werd geroepen: “je bent aangehouden”. Hij zag dat [slachtoffer] verzet pleegde en hoorde dat er werd geroepen dat hij moest meewerken. [slachtoffer] trok zich echter los en draaide met zijn bovenlichaam de andere kant op dan de agenten hem trachtten te bewegen14.

14. DH01 zag dat [slachtoffer] door [getuige 1] en DH02 bij de armen werd vastgegrepen, waarna [slachtoffer] zich probeerde los te trekken. Hij trok met veel kracht in een andere richting dan waarin DH02 en [getuige 1] trokken. DH01 besloot toen een balans verstorende techniek toe te passen. Hij pakte [slachtoffer] achter zijn hoofd in zijn nek en trok hem naar voren. [slachtoffer] raakte hierdoor uit zijn evenwicht en kwam met zijn borst op de grond te liggen15.

Het verdere verloop

15. Nadat [slachtoffer] op de grond was beland, heeft een aantal politieagenten geweld gebruikt om de aanhouding te bewerkstelligen. Hieronder zal nader worden ingegaan op het door DH01 en DH02 gebruikte geweld. [slachtoffer] is uiteindelijk buiten bewustzijn geraakt en vervolgens naar het nabij gelegen politiebureau Zuiderpark vervoerd in de door DH01 bestuurde ME-bus. Aldaar werd hij door agenten en later door ambulancepersoneel gereanimeerd. Een dag later is [slachtoffer] in het ziekenhuis overleden16.

Overwegingen met betrekking tot de ten laste gelegde feiten

De ten laste gelegde geweldshandelingen

Beoordelingskader van de rechtmatigheid van de geweldshandelingen

De aan DH02 verweten geweldshandelingen

De beoordeling van de rechtmatigheid van de door DH02 verrichte handelingen

De conclusies ten aanzien van de ten laste gelegde feiten

BESLISSING