Home

Gerechtshof Leeuwarden, 05-02-2008, ECLI:NL:GHLEE:2008:BD8233 BC9896, WAHV 07-01027

Gerechtshof Leeuwarden, 05-02-2008, ECLI:NL:GHLEE:2008:BD8233 BC9896, WAHV 07-01027

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Datum uitspraak
5 februari 2008
Datum publicatie
18 april 2008
ECLI
ECLI:NL:GHLEE:2008:BC9896
Zaaknummer
WAHV 07-01027
Relevante informatie
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften [Tekst geldig vanaf 01-03-2023] art. 11, Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften [Tekst geldig vanaf 01-03-2023] art. 20d

Inhoudsindicatie

Het CJIB heeft het bedrag van de zekerheidstelling binnen de aan de betrokkene gestelde termijn ontvangen. De betrokkene heeft het juiste beschikkingsnummer vermeld. Bij het uitlezen van de acceptgiro is het beschikkingsnummer niet goed verwerkt. Indien niet duidelijk is voor de betaling van welke sanctie zekerheid is gesteld, dient het CJIB na te gaan waarop deze betrekking heeft. In dit geval is de betaling ten onrechte niet gekoppeld aan een openstaande post. Vernietiging beslissing kantonrechter en terugwijzing van de zaak naar de kantonrechter.

Uitspraak

WAHV 07/01027

5 februari 2008

CJIB 29101107894

Gerechtshof te Leeuwarden

Arrest

op het hoger beroep tegen de beslissing

van de kantonrechter van de rechtbank Maastricht

van 20 juli 2007

betreffende

[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),

wonende te [woonplaats]

1. De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Maastricht genomen beslissing niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2. Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.

De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.

De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Bij brief van 17 oktober 2007 heeft de griffier bij het gerechtshof de advocaat-generaal verzocht om aanvullende informatie. De gevraagde informatie is bij het hof binnengekomen op 7 december 2007.

De betrokkene is in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

3. Beoordeling

3.1. De kantonrechter heeft, uitgaande van de vaststelling dat de betrokkene niet binnen de in artikel 11, derde lid, WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en dat de betrokkene evenmin binnen een nader gestelde termijn dit verzuim heeft hersteld, het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard.

3.2. De betrokkene voert aan dat hij op 30 april 2007 een bedrag van € 75,- heeft overgemaakt aan het CJIB te Leeuwarden. Op 16 mei 2007 ontving de betrokkene een nieuw rekeningafschrift en ontdekte hij dat het bedrag van de zekerheidstelling was teruggestort.

3.3. Uit de door de advocaat-generaal ingewonnen informatie bij het CJIB blijkt het volgende. Bij het CJIB is op 2 mei 2007 een bedrag van € 75,- ontvangen van de betrokkene. Hierbij was als betalingskenmerk zichtbaar het getal 27. Door het ontbreken van een betalingskenmerk/beschikkingsnummer, was niet duidelijk voor de betaling van welke sanctie het bedrag aan zekerheid was gesteld. Derhalve heeft het CJIB geprobeerd na te gaan waarop de betaling betrekking had. Omdat het CJIB in beginsel geen naam-, adres- en woonplaatsgegevens kan zien bij een rekeningnummer, een onvolledig betalingskenmerk/beschikking-nummer was vermeld en het rekeningnummer van de betrokkene niet reeds bekend was bij het CJIB, is de betaling niet gekoppeld aan een openstaande post. Vervolgens heeft het CJIB het ontvangen bedrag op 3 mei 2007 teruggestort op de rekening van de betrokkene.

Op verzoek van de griffier van het hof aan de advocaat-generaal, heeft het CJIB een nader onderzoek ingesteld, bestaande uit het opvragen van een kopie van de betalingsopdracht. Hieruit is gebleken dat bij het inlezen van de acceptgiro per abuis het betalingskenmerk/beschikkingsnummer niet goed is verwerkt en als gevolg daarvan niet zichtbaar was voor het CJIB. Uit de kopie van de betalingsopdracht is daarnaast gebleken dat de betrokkene wel het juiste beschikkingsnummer had vermeld.

3.4. Voor de beantwoording van de vraag of tijdig zekerheid is gesteld is bepalend, of het te betalen bedrag binnen de gestelde termijn is ontvangen door het orgaan dat de betaling heeft verlangd. Indien - zoals in het onderhavige geval - niet duidelijk is voor de betaling van welke sanctie het bedrag aan zekerheid is gesteld, dient door het CJIB te worden nagegaan waarop deze betrekking heeft. Blijkens hetgeen onder 3.3. is weergegeven is het te betalen bedrag aan zekerheid binnen de gestelde termijn door het CJIB ontvangen, maar ten onrechte niet door het CJIB gekoppeld aan een openstaande post.

3.5. Gelet hierop is het hof van oordeel dat de kantonrechter het beroep van de betrokkene ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daarom zal het hof de beslissing van de kantonrechter vernietigen en terugwijzen naar de rechtbank Maastricht. Na terugwijzing van de zaak dient de kantonrechter een nieuwe termijn te bepalen waarbinnen de betrokkene alsnog zekerheid kan stellen en daarvan moet aan de betrokkene door de griffier van de rechtbank mededeling worden gedaan met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 WAHV.

4. De beslissing

Het gerechtshof:

vernietigt de bestreden beslissing en wijst de zaak terug naar de rechtbank Maastricht ter behandeling en beslissing met inachtneming van dit arrest.

Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van Kuiper als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.