Home

Hoge Raad, 25-04-2003, AF4625, C01/283HR

Hoge Raad, 25-04-2003, AF4625, C01/283HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
25 april 2003
Datum publicatie
25 april 2003
ECLI
ECLI:NL:HR:2003:AF4625
Formele relaties
Zaaknummer
C01/283HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

25 april 2003

Eerste Kamer

Nr. C01/283HR

MD

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

de rechtspersoon naar vreemd recht [eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats], Bondsrepubliek Duitsland,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. J. Groen,

t e g e n

DE ZEEPFABRIEK EN CHEMICALIËNHANDEL "GOUDA" B.V., gevestigd te Gouda,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. F.I.S.A.L. van Velsen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Verweerster in cassatie - verder te noemen: Gouda - heeft bij exploit van 25 september 1995 eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd:

primair: het Nederlandse deel van het Europees octrooi 0.295.525 nietig te verklaren, en

subsidiair te verklaren voor recht dat Gouda door het verhandelen van haar wasmiddelpasta noch direct, noch indirect inbreuk maakt op het Nederlandse deel van het Europees octrooi 0.295.525.

[Eiseres] heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

a. Gouda te verbieden inbreuk te maken op Europese octrooi 295525 door hier te lande een pastavormig wasmiddel aan te bieden of te leveren voor de toepassing van de geoctrooieerde uitvinding, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van ƒ 100.000,-- voor iedere overtreding van dit verbod en per dag waarop zo'n overtreding zal voortduren;

b. Gouda te gebieden binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis opgave te doen van de leverancier van het pastavormige wasmiddel, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van ƒ 100.000,-- voor iedere overtreding van dit verbod en per dag waarop zo'n overtreding zal voortduren;

c. Gouda te gebieden binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis een lijst te verschaffen van de afnemers van het pastavormige wasmiddel, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van ƒ 100.000,-- voor iedere overtreding van dit verbod en per dag waarop zo'n overtreding zal voortduren.

Gouda heeft in reconventie de vorderingen bestreden.

De Rechtbank heeft bij vonnis van 15 april 1998 in conventie de primaire vordering afgewezen en de subsidiaire vordering toegewezen. In reconventie heeft de Rechtbank de vordering afgewezen.

Tegen dit in conventie en in reconventie gewezen vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Bij memorie van grieven heeft [eiseres] haar eis in reconventie voorwaardelijk gewijzigd en gevorderd voormeld vonnis te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad:

primair alsnog de reconventionele vorderingen van [eiseres] toe te wijzen en de conventionele vorderingen van Gouda geheel af te wijzen, althans

subsidiair in conventie vast te stellen dat EP 0.295.525 geldig is in de vorm als weergegeven in de akte van [eiseres] van 27 mei 1998 en de inhoud van conclusie 1 van het octrooi dienovereenkomstig te wijzigen, onder afwijzing van het in conventie door Gouda meer of anders gevorderde en alsnog de reconventionele vorderingen van [eiseres] toe te wijzen, althans

meer subsidiair de (voorwaardelijk) gewijzigde reconventionele vorderingen van [eiseres] toe te wijzen en de conventionele vorderingen van Gouda geheel af te wijzen.

Gouda heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en gevorderd het Nederlandse deel van voormeld Europees octrooi nietig te verklaren.

Bij arrest van 21 juni 2001 heeft het Hof in het principaal beroep het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en in het incidenteel beroep het beroep verworpen.

Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het Hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Gouda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Gouda begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 25 april 2003.