Home

Hoge Raad, 24-12-2004, AR4980, R04/017HR

Hoge Raad, 24-12-2004, AR4980, R04/017HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
24 december 2004
Datum publicatie
24 december 2004
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AR4980
Formele relaties
Zaaknummer
R04/017HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

24 december 2004 Eerste Kamer Rek.nr. R04/017HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [Verzoeker], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool, t e g e n DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Defensie), gevestigd te 's-Gravenhage, VERWEERDER in cassatie, advocaat: G.J.H. Houtzagers. 1. Het geding in feitelijke instanties...

Uitspraak

24 december 2004

Eerste Kamer

Rek.nr. R04/017HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Verzoeker],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,

t e g e n

DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Defensie),

gevestigd te 's-Gravenhage,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: G.J.H. Houtzagers.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 13 september 2002 ter griffie van de rechtbank te 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - zich gewend tot die rechtbank en verzocht bij beschikking, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, omtrent de in het verzoekschrift vermelde feiten een voorlopige plaatsopneming en bezichtiging, een voorlopig deskundigenverhoor en een voorlopig getuigenverhoor te bevelen.

Verweerder in cassatie - verder te noemen: de Staat - heeft de verzoeken bestreden.

De rechtbank heeft bij beschikking van 19 december 2002 alle drie de verzoeken afgewezen en [verzoeker] in de proceskosten aan de zijde van de Staat veroordeeld.

Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Bij beschikking van 6 november 2003 heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en [verzoeker] in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van de Staat veroordeeld.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep, met zodanige beslissing omtrent de kosten als de Hoge Raad aangewezen zal oordelen.

De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 9 november 2004 op die conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 310,69 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 24 december 2004.