Hoge Raad, 04-11-2008, BF3321, 08/00930
Hoge Raad, 04-11-2008, BF3321, 08/00930
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 4 november 2008
- Datum publicatie
- 5 november 2008
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2008:BF3321
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BF3321
- Zaaknummer
- 08/00930
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Conclusie AG houdt o.m. in dat het Hof niet van een verkeerde rechtsopvatting t.a.v. het begrip “ontuchtige handelingen i.d.z.v artt. 246 en 247 Sr is uitgegaan en dat de motivering van de vrijspraak de toets in cassatie kan doorstaan. HR: 81 RO.
Uitspraak
4 november 2008
Strafkamer
nr. S 08/00930
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 april 2007, nummer 20/002712-06, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 4 november 2008.