Home

Hoge Raad, 09-06-2009, BH5768, 07/12286

Hoge Raad, 09-06-2009, BH5768, 07/12286

Gegevens

Inhoudsindicatie

OM-cassatie. Vereisten van art. 153 Sv. In ’s Hofs overwegingen ter motivering van de vrijspraak ligt als ’s Hofs oordeel besloten dat de kennisgeving van bekeuring niet voldoet aan de vereisten van art. 153 Sv, omdat op de kennisgeving slechts het nummer van de verbalisant is vermeld en niet de naam van de verbalisant. Art. 153 Sv houdt o.m. in dat een p-v door een opsporingsambtenaar persoonlijk en op ambtseed dient te worden opgemaakt, gedagtekend en ondertekend. De stukken i.c. houden in dat de kennisgeving van bekeuring op ambtsbelofte is opgemaakt en ondertekend door een met het verbalisantnr. 001 aangeduide ambtenaar en dat in het later door de opsporings-ambtenaar X opgemaakte en ondertekende p-v is gerelateerd dat genoemde kennisgeving is opgemaakt en ondertekend door de opsporingsambtenaar Y. Gelet daarop is ‘s Hofs oordeel dat er "niet voldoende wettig bewijs" is, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.

Uitspraak

9 juni 2009

Strafkamer

nr. 07/12286

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 april 2007, nummer 22/005612-06, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, wonende te [woonplaats].

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2. Beoordeling van het middel

2.1. Het middel klaagt over de gegeven vrijspraak.

2.2. Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

"hij te 's-Gravenhage op of omstreeks 15 februari 2006, op de weg, het Paul Krugerplein, die deel uitmaakt van een door burgemeester en wethouders van die gemeente aangewezen gebied, alcohol heeft genuttigd en/of aangebroken flessen en/of blikjes en/of dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich heeft gehad."

2.3. Tot de stukken van het geding behoren:

(i) een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel een van hen:

"PVB-NR.: 15.02.2006.1404.[001] (...)

Ik, (...) [verbalisant 1] (...) agent (...) zag/constateerde, dat een persoon de hierna gerelateerde overtreding pleegde/heeft gepleegd: op de weg, binnen een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied, aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich hebben.

(...)

Datum: 15 februari 2006

Omstreeks: 14.04 uur

Plaats: 's-Gravenhage

Gemeente: 's-Gravenhage

Locatie: Paul Krugerplein

Een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom

Soort weg: een weg

Voertuig: voetganger

Ik zag dat genoemd persoon een open blikje in zijn handen had dit is in strijd met het algemeen plaatselijk politieverordening

Dit genoemd gebied valt onder stadsdeel centrum

Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing

Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij, daarnaar gevraagd, de volgende persoonsgegevens:

VerdachteNaam: [achternaam verdachte]

Voornamen: [voornamen verdachte]

Geboorteplaats: [geboorteplaats]

Geboortedatum: [geboortedatum]-1972

Adres: [a-straat 1]

PC/woonpl. : [woonplaats]

(...)

Opmerkingen opsp.ambt.2

Dit proces-verbaal is opgemaakt conform hetgeen gerelateerd is in het hierbij gevoegde mini proces-verbaal, dat eerder werd opgemaakt, gesloten en ondertekend door de daarin vermelde en hieronder als 1e genoemde opsporingsambtenaar. De zinsnede "ieder voor wat betreft zijn bevindingen" heeft achtereenvolgens betrekking op de verbalisant van het mini proces-verbaal en de als tweede genoemde opsporingsambtenaar die verbalisant is van dit proces-verbaal.

Sluiting

Dit proces-verbaal is op 20 maart 2006 opgemaakt te Voorburg ieder voor wat betreft zijn bevindingen

op ambtseed

[verbalisant 1]

agent

op ambtseed

[onleesbare handtekening]

[verbalisant 2]

inspecteur"

(ii) een als bijlage aan het hierboven genoemde proces-verbaal gehechte met de hand ingevulde "kennisgeving van bekeuring", inhoudende:

"

15020614040[001] dag maand jaar tijdstip verbalisantnummer

Plaats /gedraging /overtreding: (de voor het verkeer openstaande weg)

Paul Krugerplein te Den Haag

Ik ambtenaar, constateerde dat op genoemde datum tijdstip en plaats (...) de volgende gedraging/overtreding werd verricht: op blikje bier. [verder onleesbaar]

(...)

De betrokkene/verdachte gaf, daarna gevraagd, op:

Naam: [achternaam verdachte]

Voornaam: [voornamen verdachte]

Geboorteplaats: [geboorteplaats]

Geboortedatum: [geboortedatum]-1972

Adres: [a-straat 1]

Postcode: [postcode]

Woonplaats: [woonplaats]

(...)

Surveillancerapport / opmerkingen verbalisant

Datum: 15/02/2006 AMBTSEED/BELOFTE [ambtseed doorgehaald]

Ambtenaar: [001]

Handtekening: [onleesbare handtekening of paraaf]

De verdachte is medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is.

Verklaring verdachte/betrokkene

Ik wil [verder onleesbaar]

[handtekening, kennelijk van de verdachte]

Ik zag dat genoemd persoon een open blikje bier in zijn handen had. Dat is in strijd met het Algemene Plaatselijke Politieverordening. Dit genoemd gebied valt onder stadsdeel (Centrum) [paraaf] "

2.4. Het Hof heeft de vrijspraak als volgt gemotiveerd:

"Het proces-verbaal van politie is niet ondertekend door de verbalisant - zijnde [verbalisant 1] - die dit proces-verbaal heeft opgesteld. Op de kennisgeving bekeuring van de politie heeft de verbalisant - die deze kennisgeving van bekeuring heeft uitgeschreven - enkel diens verbalisantnummer ingevuld en niet diens naam.

Naar het oordeel van het hof is er aldus niet voldoende wettig bewijs en is niet wettig bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken."

2.5. In die overwegingen ligt als het oordeel van het Hof besloten dat de in 2.3 onder (ii) weergegeven kennisgeving van bekeuring niet voldoet aan de vereisten van art. 153 Sv, omdat - kort gezegd - op de kennisgeving slechts het nummer van de verbalisant is vermeld en niet de naam van de verbalisant.

2.6. Art. 153 Sv houdt onder meer in dat een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar persoonlijk en op ambtseed dient te worden opgemaakt, gedagtekend en ondertekend.

2.7. De hiervoor onder 2.3 vermelde stukken houden het volgende in.

De kennisgeving van bekeuring is op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door een met het verbalisantnummer [001] aangeduide ambtenaar. In het later door de opsporings-ambtenaar [verbalisant 2] opgemaakte en ondertekende proces-verbaal is gerelateerd dat de genoemde kennisgeving is opgemaakt en ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1].

2.8. Gelet daarop is het oordeel van het Hof dat er "niet voldoende wettig bewijs" is, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.

2.9. Het middel is derhalve terecht voorgesteld.

3. Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak;

wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 9 juni 2009.