Home

Hoge Raad, 17-11-2009, BJ8566, 01173/07 P

Hoge Raad, 17-11-2009, BJ8566, 01173/07 P

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 november 2009
Datum publicatie
18 november 2009
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BJ8566
Formele relaties
Zaaknummer
01173/07 P

Inhoudsindicatie

Ontbreken pleitnotities. Het pv ttz. vermeldt dat de raadsvrouw het woord tot verdediging voert a.d.h.v. haar (overgelegde) pleitnotities en dat zij verweren voert als in het arrest weergegeven. De in het pv vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de HR toegezonden stukken, zodat niet valt na te gaan of er ttz. meer verweren zijn gevoerd dan het in het bestreden arrest genoemd dan wel of daar uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht. Dit, gelet op o.g.v. door de AG ingewonnen inlichtingen, onherstelbare verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak.

Uitspraak

17 november 2009

Strafkamer

Nr. 01173/07 P

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 juni 2006, nummer 23/003587-04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:

[Betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, ten tijde van de betekening van de aanzegginig zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. G.A. Jansen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam, teneinde deze op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

2. Beoordeling van het middel

2.1. Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 mei 2006 nietig is aangezien de door de raadsvrouwe bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnotities zich niet bij de stukken van het geding bevinden.

2.2. Blijkens het proces-verbaal van voormelde terechtzitting heeft de raadsvrouwe van de betrokkene het woord tot verdediging gevoerd. Dit proces-verbaal houdt daaromtrent in:

"De advocaat voert het woord tot verdediging aan de hand van haar pleitnotities, die door haar aan het hof worden overgelegd en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt. De advocaat voert daarbij het verweer als weergegeven in het arrest."

2.3. De in dit proces-verbaal vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken, zodat niet valt na te gaan of ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan het in het bestreden arrest genoemde dan wel of aldaar uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht.

2.4. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het op grond van de door de Advocaat-Generaal ingewonnen informatie geacht moet worden onherstelbaar te zijn, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.

2.5. Het middel is gegrond.

3. Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak;

wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 17 november 2009.