Home

Hoge Raad, 02-03-2010, BK8958, 08/03525

Hoge Raad, 02-03-2010, BK8958, 08/03525

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 maart 2010
Datum publicatie
3 maart 2010
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BK8958
Formele relaties
Zaaknummer
08/03525

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid h.b. Het Hof had moeten doen blijken te hebben onderzocht of de griffier die de akte heeft opgemaakt de in die akte genoemde comparant mededeling heeft gedaan van het vereiste van een bijzondere schriftelijke volmacht. Bij gebreke van een zodanige mededeling zou immers de omstandigheid dat het beroep niet is ingesteld op de wijze als voorgeschreven in art. 450.1.b. Sv het gevolg kunnen zijn van een niet aan verdachte toe te rekenen ambtelijk verzuim, in welk geval verdachte ontvankelijk zou dienen te worden verklaard in zijn hoger beroep (vgl. HR LJN BG5562).

Uitspraak

2 maart 2010

Strafkamer

nr. 08/03525

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 2 juli 2008, nummer 22/000461-08, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.M.L. Theelen, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2. Beoordeling van het tweede middel

2.1. Het middel klaagt dat het Hof de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in het hoger beroep.

2.2. De stukken van het geding houden, voor zover hier van belang, het volgende in:

(i) De akte rechtsmiddel:

"Op 14 januari 2008 kwam ter griffie van deze rechtbank [betrokkene 1], die - daartoe gemachtigd blijkens de aan deze akte gehechte volmacht - verklaarde namens

Naam: [achternaam verdachte]

Voornaam: [voornamen verdachte]

geboren: [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats]

wonende te: [woonplaats]

adres: [a-straat 1]

hoger beroep in te stellen tegen het eindvonnis d.d. 03 januari 2008 in de zaak met bovenvermeld parketnummer 10/911564-07 bij verstek gewezen tegen [verdachte] voornoemd."

(ii) De aan de akte rechtsmiddel gehechte volmacht:

"Hierbij verklaar ik, [verdachte], wonende [a-straat 1], [woonplaats], geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats], aan [betrokkene 1], kantoorhoudende [b-straat 1], [plaats] de bevoegdheid te hebben gegeven als gemachtigde op te treden in alle nu bekende en mogelijk nog volgende juridische en financiële procedures.

Getekend te [plaats] op 26 november 2007,

[verdachte]"

2.3. Het Hof heeft de bestreden beslissing als volgt gemotiveerd:

"Ontvankelijkheid van het hoger beroep

[Betrokkene 1] heeft als vertegenwoordiger van de verdachte met behulp van een schriftelijke algemene volmacht namens de verdachte bij de griffie van de rechtbank waar het vonnis in eerste aanleg is gewezen hoger beroep ingesteld van dat vonnis. Derhalve zal het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaring in het door hem ingestelde hoger beroep, nu het instellen van het hoger beroep niet heeft plaatsgevonden op de wijze als bedoeld in de artikelen 449 en 450 lid 1 sub b van het Wetboek van Strafvordering en de vaste rechtspraak daaromtrent, daar de vertegenwoordiger dit hoger beroep slechts in had mogen stellen indien zij daartoe persoonlijk door de verdachte bij bijzondere volmacht schriftelijk bepaaldelijk gevolmachtigd zou zijn geweest".

2.4. De bestreden beslissing is ontoereikend gemotiveerd. Het Hof had moeten doen blijken te hebben onderzocht of de griffier die de akte heeft opgemaakt de in die akte genoemde comparant mededeling heeft gedaan van het vereiste van een bijzondere schriftelijke volmacht. Bij gebreke van een zodanige mededeling zou immers de omstandigheid dat het beroep niet is ingesteld op de wijze als voorgeschreven in art. 450, eerste lid aanhef en onder b, Sv het gevolg kunnen zijn van een niet aan de verdachte toe te rekenen ambtelijk verzuim, in welk geval de verdachte ontvankelijk zou dienen te worden verklaard in zijn hoger beroep (vgl. HR 20 januari 2009, LJN BG5562, NJ 2009, 321).

2.5. Het middel is terecht voorgesteld.

3. Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak;

wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 2 maart 2010.