Hoge Raad, 22-03-2011, BP2449, 10/04762 U
Hoge Raad, 22-03-2011, BP2449, 10/04762 U
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 maart 2011
- Datum publicatie
- 22 maart 2011
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2011:BP2449
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BP2449
- Zaaknummer
- 10/04762 U
Inhoudsindicatie
Uitlevering door Nederland aan de Verenigde Staten van Amerika. HR: 81 RO.
Uitspraak
22 maart 2011
Strafkamer
nr. 10/04762 U
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem van 22 oktober 2010, nummer RK 10/464, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van:
[De opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Haarlem" te Haarlem.
1. De bestreden uitspraak
De Rechtbank heeft de uitlevering van de opgeëiste persoon toelaatbaar verklaard ter fine van strafvervolging ter zake van - naar de Hoge Raad begrijpt - de feiten zoals omschreven in het tussen [ ] geplaatste deel van het bij het uitleveringsverzoek overgelegde Affidavit in support of request for extradition, opgemaakt door John C. Butters, Assistant District Attorney of Cobb County, Georgia, United States, welke als bijlage aan dit arrest is gehecht.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze hebben mr. C.L.A. de Sitter en mr. C.W. Noorduyn, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 22 maart 2011.