Home

Hoge Raad, 05-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2626, 13/02200

Hoge Raad, 05-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2626, 13/02200

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 september 2014
Datum publicatie
5 september 2014
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:2626
Formele relaties
Zaaknummer
13/02200

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Aansprakelijkheid voor ondeugdelijke advisering. Zorg van goed opdrachtnemer, art. 7:401 BW. Waarschuwingsplicht professioneel adviseur voor aan financieringsconstructie en zekerheden verbonden risico’s. Geen beroep op exoneratiebeding; grove onzorgvuldigheid.

Uitspraak

5 september 2014

Eerste Kamer

nr. 13/02200

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

BDO CORPORATE FINANCE B.V., voorheen BDO Campsobers Corporate Finance B.V.,gevestigd te Eindhoven,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. W.H. van Hemel,

t e g e n

SHIPCON SHIPPING B.V.,gevestigd te Assen,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaten: mr. S.A.P. van den Berg en mr. P.P. Hart.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als BDO en Shipcon.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 232368/HA ZA 07-1164 van de rechtbank Utrecht van 28 mei 2008, 31 december 2008, 29 juli 2009 en 29 december 2010;

b. het arrest in de zaak 200.085.154 van het gerechtshof Amsterdam van 22 januari 2013.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft BDO beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Shipcon heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor Shipcon toegelicht door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.

De advocaat van BDO heeft bij brief van 20 juni 2014 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing