Hoge Raad, 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:605, 15/00612
Hoge Raad, 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:605, 15/00612
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 april 2016
- Datum publicatie
- 8 april 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:605
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:47, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:3477, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/00612
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Aansprakelijkheid advocaat voor niet-tijdige betaling griffierecht. Geen schade
Uitspraak
8 april 2016
Eerste Kamer
15/00612
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,
t e g e n
1. [verweerder 1],kantoorhoudende te [plaats],
2. [verweerster 2],gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. R.L. Bakels.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en verweerders gezamenlijk als [verweerder].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 365735 / HA ZA 10-3218 van de rechtbank Rotterdam van 6 april 2011 en 15 februari 2012;
b. de arresten in de zaak 200.106.257/01 van het gerechtshof Den Haag van 5 november 2013, 1 april 2014 en 4 november 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof van heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerder] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 25 februari 2016 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.