Home

Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1669, 18/00422

Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1669, 18/00422

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 september 2018
Datum publicatie
14 september 2018
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1669
Formele relaties
Zaaknummer
18/00422

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

14 september 2018

Nr. 18/00422

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's‑Hertogenbosch van 21 december 2017, nr. 17/00002, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 14/7245) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vier middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing