Hoge Raad, 15-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1422, 19/01487
Hoge Raad, 15-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1422, 19/01487
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2020
- Datum publicatie
- 15 september 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:1422
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:602
- Zaaknummer
- 19/01487
Inhoudsindicatie
Rijden terwijl overgifte rijbewijs is gevorderd, art. 9.7 WVW 1994. Ne bis in idem, art. 68 Sr. Is OM ontvankelijk in vervolging, nu verdachte t.z.v. hetzelfde feit reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld? HR: Op gronden vermeld in CAG is ‘s hofs in bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat OM ontvankelijk is in vervolging voor dit feit niet z.m. begrijpelijk. CAG: Verwijzing naar ttz. in h.b. voorgehouden uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte, inhoudende dat verdachte eerder t.z.v. art. 9.7 WVW 1994 (met dezelfde pleegdatum) is veroordeeld. Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01487
Datum 15 september 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 maart 2019, nummer 20-002717-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de verdachte.
1 Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L. Klewer, advocaat te Eindhoven, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [A] N.V., heeft M.H.D. Saro, advocaat te Leiden, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte heeft een verweerschrift ingediend.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 01-185846-16 onder feit 2 ten laste gelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch ten einde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2 Beoordeling van het cassatiemiddel dat namens de verdachte is voorgesteld
Het cassatiemiddel klaagt over het - in de bestreden uitspraak besloten liggende - oordeel van het hof dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging ter zake van het in de zaak met parketnummer 01-185846-16 onder 2 tenlastegelegde. Het voert daartoe aan dat de verdachte ter zake van hetzelfde feit reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld.
Op de gronden zoals vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4 tot en met 9 is het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel van het hof dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging voor het in het cassatiemiddel bedoelde feit niet zonder meer begrijpelijk. Het cassatiemiddel is terecht voorgesteld.
3 Beoordeling van de schriftuur die namens de benadeelde partij is ingediend
Als cassatierechter onderzoekt de Hoge Raad alleen cassatiemiddelen (klachten) als in de wet bedoeld. Dat geldt ook voor cassatiemiddelen als bedoeld in artikel 437 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. Als zo’n cassatiemiddel kan alleen gelden een stellige en duidelijke klacht over een rechtspunt betreffende haar vordering. De schriftuur voldoet niet aan dit vereiste, zodat deze onbesproken moet blijven.