Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 03-05-2023, ECLI:NL:OGEAC:2023:103, CUR202201041

De bestreden beschikking is gericht aan de enige bij de BV werkzame tandarts, die tevens directeur, bestuurder/enig aandeelhouder van de BV is. Het zou in dit specifieke geval van excessief formalisme getuigen om de BV niet-ontvankelijk te verklaren op de grond dat de tandarts zelf, en niet de BV, beroep had moeten instellen. De tandarts was blijkbaar in de veronderstelling dat de bestreden beschikking aan haar BV was gericht. De BV en de tandarts hebben beiden een financieel belang bij de beschikking. Het was overduidelijk de bedoeling dat de tandarts zelf beroep wilde instellen. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden heeft niet de tandarts maar de BV beroep ingesteld. Om die reden beschouwt het Gerecht het beroep van de BV als een beroep van de tandarts. De SVB heeft het van de tandarts teruggevorderde bedrag terecht als onverschuldigde betaling teruggevorderd. Op naam van de tandarts hebben tandartsen bij een andere praktijk en waarnemers van de tandarts zelf ten onrechte behandelingskosten van SVB-verzekerden bij de SVB gedeclareerd.